Als onderdeel van zijn opdracht inzake de juridische organisatie van de plaatselijke besturen stelt Brussel Plaatselijke Besturen een reeks werkgebieden voor over codificering en regelgeving.

Met het oog op coördinatie en vereenvoudiging heeft Brussel Plaatselijke Besturen zich ingezet om twee wetboeken op te stellen, die elk voor een specifiek domein de normatieve bepalingen die van toepassing zijn op de plaatselijke besturen samenbrengen.

Het eerste wetboek brengt de bepalingen die de organisatie en de werking van de verschillende plaatselijke besturen betreffen samen in één tekst (de nieuwe gemeentewet, de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten, de wetgeving met betrekking tot de Berg van Barmhartigheid alsook de bepalingen die het administratieve toezicht op de plaatselijke besturen regelen). Deze bepalingen hebben tijdens de vorige regeerperiode veel wijzigingen ondergaan, en de coördinatie van deze teksten zou nogmaals een gelegenheid moeten vormen om bepaalde wijzigingen aan te brengen, met name om de regels met betrekking tot de uitoefening van het administratieve toezicht te harmoniseren, aangezien een ontwerpordonnantie hierover tijdens de vorige regeerperiode niet goedgekeurd raakte.

Het tweede wetboek waaraan het bestuur heeft gewerkt, beoogt de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen te vervangen. De ordonnantie van 3 april 2014 met betrekking tot de invordering die momenteel van toepassing is, verwijst immers naar vele bepalingen uit het wetboek van de inkomstenbelastingen van 1992. Het doel van de voorgestelde codificering bestaat erin alle bepalingen die ter zake van toepassing zijn samen te brengen in één enkele tekst, en daarbij verwijzingen naar teksten van andere wetgevers, die door hen gewijzigd kunnen worden, te vermijden.

De goedkeuring van de wetboeken aan het begin van de regeerperiode zal de plaatselijke besturen begrijpelijkere teksten bieden die van toepassing zijn, en er kan dan gewerkt worden aan de verbetering ervan tijdens de regeerperiode, in het licht van de veranderingen die inherent zijn aan het leven van de plaatselijke besturen.

 

Acties

  • Het wetboek over de plaatselijke besturen aannemen
  • Het wetboek over de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen aannemen

 


 

Lokale overheidsdienst

Wat de plaatselijke ambtenaren betreft, zijn er tijdens de vorige regeerperiode maatregelen getroffen voor de financiële aantrekkelijkheid (zowat 65 miljoen voor het laatste protocol 2021/1). Tegenover deze protocollen staat dat er op lange termijn wordt toegewerkt naar een harmonisering van de administratieve statuten en bezoldigingsregelingen.

Momenteel beperkt de harmonisering zich tot de materies geregeld in vijf regeringsbesluiten die dateren van 2017. Een recent onderzoek door BPB toont aan dat de uitvoeringsgraad van deze besluiten door de gemeenten gemiddeld 70% bedraagt. Bovendien zijn belangrijke zaken voor het personeel van de plaatselijke besturen nog altijd niet geregeld op het niveau van het gewest, met name de loonschalen, vergoedingen en toelagen.

BPB kan de nodige technische informatie verschaffen om onderhandelingen over deze kwestie op te starten binnen het Comité C.

 

 Acties

  • De nodige werkzaamheden organiseren om de administratieve statuten en de bezoldigingsregelingen bij de plaatselijke besturen te harmoniseren

 

Begraafplaatsen en lijkbezorging

Voor de begraafplaatsen en lijkbezorging is een denkproces over diverse kwesties opgestart met de verschillende betrokkenen ter zake, waaronder de gemeenten, in combinatie met begraafplaatsmonitoring door BPB. Deze analyse heeft geleid tot het opstellen van een ontwerpordonnantie tot wijziging van de ordonnantie op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. Dit overleg- en analysewerk zal worden voortgezet en er zullen nieuwe wijzigingen aan de ordonnantie voorgesteld kunnen worden.

Overigens wordt een intergewestelijke samenwerkingsovereenkomst voorbereid. Die beoogt vier kwesties op te lossen: de toepassing van de wetgeving voor de begraafplaatsen die zich in een ander gewest bevinden, de territorialiteit, de terugbetaling van de begrafeniskosten voor de minstbedeelden en van de honoraria van beëdigde artsen alsook het intergewestelijke vervoer van overledenen. 

 

  Acties

  • De wijzigingsordonnantie over de begraafplaatsen en de lijkbezorging aannemen
  • De intergewestelijke samenwerkingsovereenkomst aannemen

 

Levensbeschouwelijke gemeenschappen

Wat de erediensten betreft, is de ordonnantie betreffende het beheer van de materiële belangen van de erkende plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen in werking getreden op 1 januari 2023. Dit heeft geleid tot grote veranderingen voor de plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen en voor de gewestelijke administratie. BPB stelt dan ook voor om de operationalisering te evalueren van deze ordonnantie en om de eventueel noodzakelijke aanpassingen voor te stellen op basis van de vaststellingen sinds de bepalingen van de ordonnantie in de praktijk zijn gebracht.

 

  Acties

  • De nieuwe basiswetgeving over het beheer van de materiële belangen van de levensbeschouwelijke gemeenschappen evalueren om verbeteringen voor te stellen