In België is op het grootste deel van het grondgebied het Gewest de toezichthoudende overheid voor de gemeentelijke instellingen (als tegenprestatie voor de autonomie die wordt toegekend aan de gedecentraliseerde plaatselijke besturen). In dat kader voert BPB het administratief toezicht uit op de Brusselse plaatselijke besturen. Deze activiteit bestaat erin de wettelijkheid van hun handelingen te controleren en erover te waken dat ze niet ingaan tegen het algemeen belang. Zo controleert Brussel Plaatselijke Besturen het personeel, de fiscaliteit, de overheidsopdrachten, de financiën, de temporaliën van de erediensten en diverse verordeningen en juridische handelingen.


 

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bevoegd voor de organisatie en uitoefening van het administratief toezicht op de gemeenten en de binnengemeentelijke territoriale organen (opgericht bij de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners op initiatief van hun gemeenteraad).

Dit toezicht wordt uitgeoefend op de bestuurshandelingen of de definitieve beslissingen met als doel de bestaande rechtsordening te wijzigen, zoals de samenstelling, organisatie, bevoegdheid en werking van de betrokken instellingen.

BPB controleert ook degemeentelijke reglementen en verordeningen (huishoudelijke reglementen, algemene politiereglementen, ...). Het bestuur behandelt ook de klachtenover de werking van een plaatselijk bestuur.

 

Het toezicht dat het Gewest uitoefent op de gemeenten wordt strikt omkaderd door de wetgeving; precieze regels bepalen welke vorm de gewestelijke controle kan aannemen, de handelingen die verplicht gecontroleerd moeten worden en de na te leven termijnen.

Ook de politiezones worden gecontroleerd, volgens ongeveer dezelfde regels als die voor de gemeenten.

Het administratief toezicht op de gemeenten wordt hoofdzakelijk geregeld door de ordonnantie van 14 mei 1998 (herzien door de ordonnantie van 23 juni 2016) en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 (gewijzigd bij het besluit van 8 september 2016). Het toezicht op de politiezones wordt geregeld door de ordonnantie van 19 juli 2001.

De gemeenten mogen een deel van hun opdrachten toevertrouwen aan aparte juridische structuren. Daartoe kunnen intercommunales, autonome gemeentebedrijven of (meer)gemeentelijke vzw's worden opgericht. De werking van deze structuren vereist het aannemen van statuten die de rechten en plichten vastleggen van de vennoten, van overeenkomsten, enz. Die handelingen vallen ook onder het toezicht, in uitvoering van de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten.


Het verenigd college oefent dan weer toezichtscontrole uit op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de verenigingen, onder meer ziekenhuizen, die afhangen van de OCMW's (de zogenoemde "hoofdstuk XII"-verenigingen en "hoofdstuk XII bis"-verenigingen, wat verwijst naar twee hoofdstukken van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976).

 

Financiën

Een aantal handelingen van de plaatselijke besturen, met een financiële draagwijdte, moeten ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gewestregering (of aan het verenigd college van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wat de OCMW's betreft).

Dat geldt onder meer voor de begrotingen en rekeningen, de meerjarige beheersplannen, de uitgaven buiten de begroting, de vastgoedverrichtingen van de gemeentelijke overheden en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de eredienst, enz.

In het kader van zijn financiële controleopdracht onderzoekt het bestuur de dossiers bestemd voor de toezichthoudende overheid, waarbij de naleving van de driejarige financiële plannen wordt nagegaan en er opmerkingen geformuleerd worden bij niet-verantwoorde afwijkingen. Deze opdracht wordt aangevuld door het opstellen vanrichtlijnen voor het aannemen van financiële plannen door de gemeenten en OCMW's.

 

Meer lezen

Fiscaliteit

De gemeentelijke fiscaliteit is een van de hoofdbronnen voor de financiering van de gemeenten: het staat hen dus vrij belastingen en retributies op te leggen. Toch moet deze autonomie te verzoenen zijn met het behoud van het algemene belang. Er moet dan ook over gewaakt worden dat het fiscale beleid van de plaatselijke besturen past binnen het globalere kader van de financiële inspanning die van de belastingplichtigen wordt gevraagd.

Zo kunnen de gemeenten vrij beslissen over alle elementen van een belasting of retributie, onder voorbehoud van de controle door de toezichthoudende overheid en van bepaalde beperkingen waarin de wet voorziet. Dat wil zeggen dat een belasting of retributie pas kan worden opgelegd aan een belastingplichtige als de regering die heeft goedgekeurd en als ze volgens de wettelijke procedure bekendgemaakt is.

 

1. De aanvullende gemeentebelastingen

Wat belastingen betreft, mag een gemeente aanvullende gemeentebelastingen heffen (die de gemeenten mogen vaststellen op basis van belastingen geheven door de federale en gewestelijke overheden:

  • de personenbelasting (PB) en de aanvullende gemeentebelasting: de Federale Overheidsdienst Financiën heft en int deze federale belasting op de beroepsinkomsten. Jaarlijks bepaalt de gemeenteraad in de vorm van een percentage de omvang van de aanvullende belasting op de personenbelasting;
  • de onroerende voorheffing (OV) en de opcentiemen: deze heffing die de eigenaar van een onroerend goed (huis, flat, grond) jaarlijks moet betalen, is een gewestelijke belasting. Het bedrag van de voorheffing stemt overeen met een percentage van het geïndexeerde kadastrale inkomen, afhankelijk van de staat van het goed. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedraagt deze voorheffing 1,25 % van het kadastrale inkomen. Boven op dit percentage komen nog de gemeentelijke opcentiemen (een ander onderdeel van de te betalen belasting), die afhangen van de gemeente waar het goed gelegen is;
  • de gewestelijke belasting op toeristenverblijven (de zogenoemde "City Tax") en de opcentiemen: Met toepassing van de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristisch logies zijn de gemeenten op dat vlak gemachtigd opcentiemen te innen, die echter door deze ordonnantie worden vastgelegd (4 384 centiemen). De Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit is bevoegd voor de inkohiering, de inning en de wederafstand van de `City tax´-ontvangsten aan de gemeenten.

 

2. De gemeentelijke belastingreglementen

Een belasting is een heffing die op gezag van de gemeente wordt opgelegd ten behoeve van diensten van algemeen belang. In dit verband genieten gemeenten veel vrijheid, die door de Grondwet wordt gewaarborgd. In de praktijk wordt deze fiscale bevoegdheid door de gemeenteraad uitgeoefend via de belastingreglementen.

De invordering van de gemeentebelastingen gebeurt op basis van de procedure uiteengezet in de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen.

 

Gemeentelijke belastingen

 

De gemeentelijke retributies worden geïnd als tegenprestatie voor dienstverlening door de gemeente aan en in het persoonlijke voordeel van een burger. Het doet er niet toe of de burger uit eigen beweging om deze dienstverlening verzoekt, dan wel daartoe verplicht wordt door enige regelgeving. Het gevraagde retributiebedrag moet overeenstemmen met de reële kosten van de dienstverlening, of forfaitair zijn vastgelegd voor de inning van geringere bedragen.

 

Cijfergegevens 

Personeel

De plaatselijke besturen hebben tienduizenden personeelsleden in dienst, met allerlei statuten, in principe benoemd door de gemeenteraad. Aangezien elke gemeente beschikt over een zekere autonomie om haar eigen verordeningen uit te vaardigen inzake personeel, kan de situatie van een gemeentelijke ambtenaar dus verschillen van gemeente tot gemeente.

Op personeelsvlak betreft de gewestelijke controle de beslissingen genomen door de gemeenten en de OCMW's, alsook de organieke regels met betrekking tot het statuut van het personeel van de intercommunales. Er wordt ook toezicht uitgeoefend op de beslissingen die de politiecolleges en -raden nemen inzake de organisatie en het personeelsbeheer van de lokale politie.

 

Meer lezen 

Overheidsopdrachten

Net als particulieren hebben ook plaatselijke besturen behoeften en moeten ze de beste manier kiezen om daaraan te voldoen (de eigen middelen aanspreken of uitbesteden, desgevallend door contracten te sluiten).

Hoewel deze contractuele activiteit de meeste gebruikelijke overeenkomsten uit het privaatrecht dekt (aan- of verkopen van gebouwen, huurovereenkomsten, enz.), wordt ze ook ontwikkeld via administratiefrechtelijke overeenkomsten: concessies voor het gebruik van openbaar domein, concessies voor openbare dienstverlening en vooral overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten (die bijvoorbeeld de bouw van een cultureel centrum betreffen, de aankoop van voertuigen en brandstof, schoonmaak- en onderhoudsdiensten voor de technische installaties van de gebouwen, de uitbating van een gemeentelijk zwembad, ...).

In het kader van zijn toezichtopdracht controleert BPB de handelingen van plaatselijke instellingen met betrekking tot deze overheidsopdrachten en lokale concessieovereenkomsten.

 

Meer lezen 

Temporaliën van de erediensten

De toezichtsprocedure toegepast op de beheersorganen van de erkende erediensten verschilt aanzienlijk van die voor de andere plaatselijke besturen. De wettelijke basis voor deze activiteit is immers veel ouder: het gaat hoofdzakelijk om teksten die uit de tijd van Napoleon stammen, en om de wet van 4 maart 1870 op de tijdelijke der erediensten en de bijhorende toepassingsbesluiten.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bevoegd voor de organisatie van het toezicht op de instellingen voor de temporaliën van de erediensten, alsook voor de organisatorische regels voor de instellingen zelf. Het toezicht op de georganiseerde vrijzinnigheid is dan weer een federale bevoegdheid.

Over het algemeen betreft het gewestelijke toezicht de overheidsopdrachten toegewezen door de beheersorganen van die openbare instellingen, alsook hun vastgoedverrichtingen, hun begrotingen en hun rekeningen.

 

Meer lezen