Definitie 


De Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW's) hebben als opdracht alle mensen een menswaardig bestaan te waarborgen. Ze doen dit door een brede waaier aan sociale steunmaatregelen voor te stellen waarop behoeftige burgers uit hun gemeente onder bepaalde voorwaarden aanspraak kunnen maken. Steunaanvragen worden door een maatschappelijk werker onderzocht en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van het OCMW neemt hierover een beslissing.

 

Steun voor menselijke waardigheid

Elke Belgische gemeente heeft een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). Het OCMW biedt maatschappelijke dienstverlening aan personen die niet meer over voldoende middelen beschikken om een menswaardig bestaan te kunnen leiden. Met menselijke waardigheid bedoelen we dat de personen zich op zijn minst kunnen voeden, kleden, huisvesten, verzorgen en toegang hebben tot gezondheidszorg.

Is dit niet het geval dan kan het OCMW steun toekennen. De maatschappelijke steun is enkel bestemd voor personen die niet meer kunnen terugvallen op andere tussenkomsten van de sociale zekerheid. Het OCMW garandeert elke burger het recht op een bestaansminimum (onder bepaalde voorwaarden). De steun moet op een objectieve en gelijke manier worden toegekend aan iedere behoeftige burger die in de gemeente waarvan het OCMW afhangt woont, ongeacht de ideologische, filosofische of religieuze overtuigingen en met respect voor de privacy.

 

De maatschappelijk dienstverlening van het OCMW

De OCMW-steun kan verschillende vormen aannemen, naargelang het OCMW:

  • financiële hulp: bijv. leefloon, voorschotten, premies, tussenkomsten voor energiefacturen, enz.;
  • hulp in natura: bijv. maaltijden, kleding, openbaar vervoer, enz.;
  • medisch gerelateerde hulp: bijv. tussenkomst in medische en farmaceutische kosten, dringende medische hulp;
  • socio-professionele hulp:  bijv. hulp bij het zoeken van een opleiding of job, sociale winkel, enz.;
  • familiale hulp: bijv. gezinshulp, opvangtehuis, kindertehuis, huishoudhulp, enz.;
  • juridische bijstand: bijv. schuldbemiddeling, enz.

Om steun te krijgen moet u een aanvraag indienen. Een maatschappelijk werker onderzoekt uw steunaanvraag en dient op basis van dit sociaal onderzoek een rapport in bij het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. Het OCMW neemt een beslissing over uw aanvraag en brengt u hiervan op de hoogte. Indien u niet akkoord gaat met de beslissing kunt u deze aanvechten bij de arbeidsrechtbank.

De meeste OCMW's baten rusthuizen uit voor ouderen die niet meer zelfstandig thuis kunnen wonen en rust en verzorgingstehuizen voor zorgbehoevende bejaarden en mensen die hulp nodig hebben bij hun algemene dagelijkse levensbehoeften.

De administratie


De OCMW’s zijn opgericht op gemeentelijk vlak en onlosmakelijk met de gemeenten verbonden, ze beschikken echter wel over een gescheiden rechtspersoonlijkheid.

De administratie van een OCMW bestaat minstens uit:

  • een secretaris-generaal die de administratie leidt, zaken onderzoekt en als personeelshoofd van het OCMW optreedt;
  • een financieel directeur die de financiële dienst leidt en voor betalingen en ontvangsten verantwoordelijk is;
  • een maatschappelijk werker die personen en gezinnen begeleidt en dossiers voor steunaanvragen samenstelt.

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn (RVMW)

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn is het belangrijkste orgaan van het OCMW.
Zijn leden worden de raadsleden voor maatschappelijk welzijn genoemd. Ze worden niet rechtstreeks door de bevolking verkozen maar na elke gemeenteraadsverkiezing door de gemeenteraad verkozen. Bijgevolg wordt er om de 6 jaar een nieuwe Raad voor Maatschappelijk Welzijn ingesteld.


Afhankelijk van de omvang van de gemeente zetelen er 11, 13 of 15 raadsleden. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn kiest een voorzitter uit eigen midden die de leiding van het OCMW voor zijn rekening neemt.

Het Vast Bureau van de Raad

De Raad richt in zijn midden ook een vast bureau op dat voor het dagelijks bestuur van het OCMW instaat. Dit vast bureau telt, met inbegrip van de voorzitter, vier of vijf leden, naar gelang het aantal leden van de RVMW:

  • de voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn is van rechtswege de voorzitter van het vast bureau;
  • de secretaris woont de vergaderingen bij, echter zonder beraadslagende stem;
  • de leden, met uitzondering van de voorzitter, worden door de leden van de RVMW gekozen bij geheime stemming.

Het vast bureau bestaat voor een derde uit leden die tot een verschillend geslacht behoren dan de andere leden.

De Bijzondere Comités

De Raad kan in zijn midden eveneens bijzondere comités oprichten waaraan hij welomschreven bevoegdheden kan overdragen. Evenwel is de oprichting van een Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst verplicht. De bijzondere comités bestaan voor een derde uit leden die tot een verschillend geslacht behoren dan de andere leden.

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn is wettelijk bevoegd om alle beslissingen te nemen, ook over steunaanvragen, maar meestal delegeert de RVMW die bevoegdheid aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. In dit Comité zetelen verschillende leden van de RVMW en de OCMW-voorzitter. Zij nemen, in naam van het OCMW, alle beslissingen over steunaanvragen en laten zich daarbij o.a. leiden door het advies van de maatschappelijk werkers.