Toe te sturen akten
De gemeente komt niet langer tussenbeide.
Instellingen voor de eredienst zijn verplicht de volgende documenten toe te sturen aan de regering en aan het representatief orgaan :
- de begroting ;
- de jaarrekening ;
- de civielrechtelijke handelingen, inzonderheid overheidsopdrachten voor een bedrag van meer dan € 30.000 ;
- de aanvaarding van giften voor een bedrag gelijk aan of hoger dan € 12.500 ;
- de vaststelling dat werkzaamheden nodig zijn aan een gebouw dat bestemd is voor de uitoefening van de eredienst ;
- de aanname van een bestek voor de werken aan een gebouw bestemd voor de uitoefening van de eredienst ;
- de beslissing van gunning van een overheidsopdracht voor deze werken ;
- de overeenkomst waarin de rechten en plichten worden vastgelegd met betrekking tot een gebouw bestemd voor de uitoefening van de eredienst.
De termijn voor deze toezending is 20 dagen vanaf de datum waarop de beslissing is genomen.
De ordonnantie bepaalt dat de regering (bij besluit) aan deze lijst andere akten kan toevoegen die de raden van bestuur dan moeten toesturen.
De raad van bestuur van de instelling of van de vereniging van instellingen doet de regering en het representatief orgaan ook elk kwartaal de lijst toekomen van alle andere akten dan die welke op grond van de bovenstaande opsomming moeten worden toegezonden. Deze lijst bevat een korte beschrijving van deze akten.
Binnen twintig dagen na ontvangst van de lijst kunnen de regering en het representatief orgaan een in de lijst opgenomen akte opeisen.
De regering kan, ook op de hoofdzetel van de instelling, alle inlichtingen en elementen verzamelen die nuttig zijn voor de controle.
Type toezicht dat op deze akten wordt uitgeoefend
De begroting en de jaarrekening worden gelijktijdig aan de regering en het representatief orgaan toegezonden. Ze worden goedgekeurd of gewijzigd door het representatief orgaan, dat de goedgekeurde of gewijzigde begroting of rekening binnen de 40 dagen aan de regering toezendt. De regering heeft op haar beurt 40 dagen om de begroting of de rekening definitief vast te stellen.
Het gebrek aan toesturen van de begroting (naar het representatief orgaan of de regering) kan leiden tot de ontzetting van de instelling, wat dan weer leidt tot het verlies van het recht op de tussenkomst van het Gewest voor de gewone uitgaven die niet worden gedekt door de ontvangsten van de instelling.
In principe wijzigt de regering de ingediende begroting niet meer, tenzij er sprake is van een kennelijke fout of bewezen onwettigheid of indien de begroting het in het meerjarenplan voorziene financieringsplafond niet respecteert. Het representatief orgaan kan worden verzocht aanvullende informatie te verstrekken over mogelijke gewestelijke financiële tussenkomsten die niet in het al goedgekeurde meerjarenplan waren opgenomen.
Het bijzonder goedkeuringstoezicht betreffende de begroting is alleen van toepassing in gevallen waarin de begroting van de instelling niet-geplande uitgaven voor de gewestelijke overheid met zich meebrengt. Zijn niet langer onderworpen aan de goedkeuring van de regering :
- de begrotingen die geen enkele gewestelijke financiële tussenkomst impliceren ;
- de begrotingen die een financiële tussenkomst omvatten zonder de tussenkomst te overschrijden die al was opgenomen in een meerjarenplan dat ter gelegenheid van een vorige begroting werd goedgekeurd.
Alleen in geval van overschrijding van een reeds geplande gewestelijke tussenkomst beschikt de gewestelijke autoriteit over een discretionaire bevoegdheid. Voor zover er voor de gewestelijke tussenkomst een maximum is vastgesteld ten aanzien van de gewone uitgaven, behoudens kosten van leningen, kan alleen een overschrijding van dit maximum a priori een besluit van niet-goedkeuring rechtvaardigen.
Civielrechtelijke handelingen, met name overheidsopdrachten van meer dan € 30.000 en de aanvaarding van giften van € 12.500 of meer, zijn onderworpen aan het bijzonder goedkeuringstoezicht van de regering, a posteriori, en aan het advies van het representatief orgaan. De toezichtstermijn duurt 40 dagen.
Met civielrechtelijke handelingen worden de juridische handelingen met een budgettaire weerslag tussen de instelling en derden bedoeld.
De vaststelling dat werken noodzakelijk zijn moet ter informatie naar de regering worden verzonden.
De aanname van een bestek voor werken aan een gebouw bestemd voor de uitoefening van de eredienst en de beslissing tot gunning van een overheidsopdracht voor deze werken zijn onderworpen aan de goedkeuring van de regering binnen een termijn van 40 dagen.
De akten die op basis van de lijst van korte uiteenzettingen worden gevraagd binnen de 20 dagen vanaf de ontvangst van de lijst, zijn dan weer onderworpen aan het algemeen toezicht van schorsing en/of vernietiging.
De regering kan een akte vernietigen of de uitvoering ervan opschorten zo de raad van bestuur van de instelling of van de vereniging van instellingen zijn bevoegdheden te buiten gaat, de wet schendt of het algemeen belang schaadt. Het schorsingsbesluit moet worden genomen binnen de termijn van 40 dagen vanaf de ontvangst van de akte door de regering.
Het vernietigingsbesluit moet worden genomen binnen de termijn van 40 dagen vanaf de ontvangst van de akte van de raad van bestuur van de instelling of van de vereniging door de regering of vanaf de ontvangst door de regering van de akte waarbij de raad van bestuur van de instelling de geschorste akte heeft gerechtvaardigd.
Het dwingend toezicht wordt gehandhaafd.
Na twee opeenvolgende, uit de briefwisseling of digitale middelen blijkende waarschuwingen met kopie aan het representatief orgaan, kan de regering één of meer commissarissen gelasten zich ter plaatse te begeven, op de persoonlijke kosten van de leden van de raad van bestuur van de instelling of van de vereniging van instellingen die verzuimd hebben aan de waarschuwingen gevolg te geven, teneinde de gevraagde inlichtingen of opmerkingen in te zamelen of de maatregelen ten uitvoer te brengen die zijn voorgeschreven bij de wetten, decreten, ordonnanties, algemene reglementen en besluiten van de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten.
In geval van een vermoeden van buitenlandse inmenging stelt de regering onverwijld de diensten van Brussel Preventie en Veiligheid op de hoogte, die vervolgens het nodige moeten doen ten aanzien van de bevoegde federale diensten (bv. de Staatsveiligheid).