Als gewestbevoegdheid wordt de algemene financiering van de gemeenten uitgevoerd via twee verplichte algemene financieringen en één contractuele algemene financiering.


 

Verplichte algemene financiering


Dit type financiering, geregeld door ordonnanties en jaarlijkse verdeelbesluiten, betreft enerzijds de algemene dotatie aan de gemeenten, en anderzijds de zogenoemde dotatie "46 bis" (een verwijzing naar artikel 46 bis van de bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse Instellingen van 12 januari 1989).

 

Algemene dotatie aan de gemeenten

Elk jaar voorziet de gewestelijke begroting in een algemene dotatie (ADG) voor elke gemeente en elk OCMW. Het toegekende bedrag is afhankelijk van de gewogen criteria zoals de bevolkingsgroei en -dichtheid, het aantal leerlingen, werklozen en uitkeringsgerechtigden, het armoederisico, het aantal plaatsen in de kinderopvang, de oppervlakte en de opbrengst van de roerende voorheffing en de personenbelasting. De algemene dotatie, vroeger het “gemeentefonds” genoemd, wordt toegekend zonder specifieke bestemming en om bij te dragen tot de algemene financiering van de gemeenten. Sedert de herziening van 2017, is de algemene dotatie uitgebreid : eerder toegekende bedragen als facultatieve subsidies en de toelage tot verbetering van de budgettaire toestand van de gemeenten werden opgenomen. Ze wordt verdeeld over de negentien gemeenten na afhouding van een voorheffing ten gunste van het Bijzonder Fonds voor Maatschappelijk Welzijn, die bestemd is om onder de OCMW’s te worden verdeeld..

 

Dotatie "46 bis"

De dotatie artikel 46 bis van de wet van 12 januari 1989 is voortgekomen uit de Lambermont-akkoorden en is bestemd voor de herfinanciering van Brussel. De dotatie wordt over de gemeenten met minstens één schepen of OCMW-voorzitter die tot beide taalgroepen behoort herverdeeld. Het bedrag wordt door de federale staat bepaald.