La Région de Bruxelles-Capitale compte 46 483 agents (2014) travaillant au sein des pouvoirs locaux au sens large (communes, CPAS, zones de police, intercommunales). Ce sont eux qui, au jour le jour, rendent des services à la population dans des cadres de travail très variés : au guichet de l'état civil, dans les services sociaux des CPAS, les services incendie, de police, de propreté publique ou culturels, les bibliothèques...

In de gemeenten

Elke gemeente stelt personeel te werk met het oog op haar dienstverlening aan haar burgers. In principe wordt dit personeel benoemd door de gemeenteraad. De gemeenteraad kan deze bevoegdheid echter delegeren aan het college.

 

Statutair De benoeming is een eenzijdige beslissing die wordt kenbaar gemaakt aan de ambtenaar die hiertoe de eed aflegt en de regels van de "statuten" toepast. Dit document bevat alle regels aangaande de relaties tussen de gemeente en haar ambtenaren. Dit statuut betreft meer bepaald de rekrutering, de bevordering, de onderbreking van de functies, vakantie- en verlofregeling, het disciplinaire stelsel, de evaluatie en de opleidingsvoorwaarden.
Het loonstatuut omvat meer bepaald de bezoldigingen en toelagen die de gemeente aan bepaalde ambtenaren toewijst. Elke ambtenaar heeft het recht te beschikken over een exemplaar van het administratieve en loonstatuut dat voor hem geldt.

Contractueel — De gemeenten schakelen naast statutaire ambtenaren ook personeel met een andere werkrelatie in. Het gaat hier – net zoals in de privésector – om het arbeidscontract zoals bepaald in de wet van 3 juli 1978.

Hoewel vele gemeenten voor hun contractuele ambtenaren voor zover mogelijk dezelfde regels toepassen als voor hun statutaire ambtenaren, blijven er verschillen tussen beide stelsels. Sommige regels zijn typisch voor het ene of het andere stelsel. Voorbeelden zijn het disciplinaire stelsel, de voorwaarden voor het opzeggen van de werkrelatie, vakantiegeld en het pensioen.

Elke gemeente beschikt over de autonomie om haar eigen personeelsreglementen uit te vaardigen. De toestand van de gemeentelijke ambtenaar kan dus van de ene tot de andere gemeente verschillen. Op initiatief van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er wel een uniformisering en modernisering van de inhoud van de statuten doorgevoerd met het Sociaal Handvest dat in 1994 werd opgesteld en dat de algemene beginselen voor het lokale overheidsambt omvat. Deze bepalingen werden geleidelijk in de praktijk omgezet in alle Brusselse gemeenten.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft de nieuwe gemeentewet gewijzigd (ordonnantie van 5 maart 2009) om bepaalde maatregelen ter verbetering van het personeelsbeheer in de gemeenten te implementeren. De gemeenten zijn nu bijvoorbeeld verplicht om een HR-manager te benoemen. Ze moeten ook beschikken over een organogram van hun diensten en ze moeten nieuw personeel een opleiding laten volgen over de werking van de lokale besturen.  

De omvang en het belang van de gemeentediensten worden weerspiegeld in het personeelskader dat elke gemeenteraad moet goedkeuren. Dit is (in het kort) een reglementaire daad die alle permanente banen vastlegt die vereist zijn voor de werking van de diensten die worden georganiseerd met het oog op de verplichte of facultatieve opdrachten die de gemeente vervult. Het organogram is van zijn kant een beheerstool die de onderlinge koppeling en relaties van de verschillende diensten schetst.

In de OCMW's

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn bepaalt dat het OCMW-personeel hetzelfde administratieve en bezoldigingsstatuut geniet als het personeel van de gemeente waar dit OCMW gevestigd is.

Sociaal handvest


Het “Sociaal Handvest” is een omzendbrief van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 april 1994 ter attentie van de Plaatselijke Besturen. Het bevat een aantal bepalingen met als doel, de personeelsstatuten van de plaatselijke besturen te hervormen en met elkaar in overeenstemming te brengen in het kader van een modernisering van het openbaar ambt. Deze bepalingen betreffen de hoofdelementen van het personeelsbeheer, m.a.w. uitwerking van de personeelsformatie, administratief statuut, carrièreverloop, bezoldigingsstatuut, vorming en evaluatie.

 

Meer lezen

Het Comité C onderafdeling "Brussels Hoofdstedelijk Gewest"

De collectieve arbeidsbetrekkingen in de openbare sector worden geregeld bij wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel . Deze wet en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten vormen het syndicaal statuut van het overheidspersoneel.

Het Comité C is één van de onderhandelingscomités dat opgericht werd bij wet van 19 december 1974. Dit onderhandelingscomité is bevoegd voor de provinciale en plaatselijke openbare diensten. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat er een Comite C-onderafdeling ‘Brussels Hoofdstedelijk Gewest’, waar de onderhandelingen plaatsvinden om het beleid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de plaatselijke besturen uit te werken.

 

Meer lezen

Burgerlijke eretekens & eervolle onderscheidingen

Het burgerlijk ereteken werd ingevoerd door het Koninklijk Besluit van 21 juli 1867. Dit besluit werd aangevuld met het koninklijk besluit van 15 januari 1885, dat het ereteken uitbreidt naar de civiele functies van de administratie. Dit ereteken is met name bedoeld om de aan het land bewezen diensten te belonen na een lange (25 à 35 jaar) en verdienstelijke loopbaan bij de lokale, provinciale of nationale administratie.

Het burgerlijk ereteken voor een lange en verdienstelijke loopbaan bij de administratie wordt toegekend onder verschillende vormen:

 

Meer lezen