In 2021 heeft Brussel Plaatselijke Besturen een leidende rol gespeeld in de onderhandelingen die geleid hebben tot het sectoraal akkoord 2021-2025 (gemeentepersoneel). BPB heeft ook het werk voortgezet met betrekking tot de hervorming van het lokale bestuur en bijgedragen aan een herziening van de wetgeving betreffende de temporaliën van de erediensten. De budgetten die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toekent aan de plaatselijke besturen in het kader van verschillende overheidsbeleidsmaatregelen werden beheerd en resulteerden in financiering voor sportinfrastructuur en steun voor gemeentelijke sportclubs. Wat de financiering betreft, werden ook aspecten met betrekking tot de evaluatie van procedures voor de toekenning van en het toezicht op gewestelijke subsidies, en de vereenvoudiging en rationalisering ervan behandeld. 2021 werd ook gekenmerkt door het werk op bestuurlijk gebied.

Bron: aangepaste begroting (2021) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Brussel Plaatselijke Besturen beheert jaarlijks meer dan 800 miljoen euro.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste begrotingsposten die het bestuur beheert in het kader van zijn opdracht om de plaatselijke besturen te financieren en het gewestbeleid uit te voeren.

Een paar belangrijke datums uit 2021

Organisatie, toezicht en advies

Sluiten van een sectoraal akkoord in het comité C

Er werd in comité C een protocolakkoord gesloten tussen de gewestelijke overheid en de representatieve vakbonden.

Dit protocol betreft het sectorale akkoord 2021-2025 ten voordele van de personeelsleden van de plaatselijke besturen (gemeenten, OCMW's, hoofdstuk XII-verenigingen voor zover ze geen ziekenhuis zijn en de Berg van Barmhartigheid). Dit sectorale akkoord bevat vier hoofdmaatregelen:

  • de verhoging van de barema's;
  • de verlenging van de weddeschalen;
  • pensioensteun (onder meer via de invoering van een aanvullend pensioen voor alle contractuele medewerkers);
  • de veralgemening van maaltijdcheques.

Het protocolakkoord voorziet ook in de spreiding van deze maatregelen in de tijd, tussen 2021 en 2025.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest neemt de kostprijs van het sectorale akkoord voor het grootste deel op zich, dankzij een financiering die elk jaar zal toenemen tot een maximumbedrag van 56,3 miljoen euro bereikt wordt vanaf 2024. Dit is een aanzienlijke inspanning ten voordele van de personeelsleden van de Brusselse plaatselijke besturen, van wie de barema's sinds 2009 niet meer waren opgetrokken.

Brussel Plaatselijke Besturen heeft veel voorbereidend werk verricht, wat de concretisering van het sectorale akkoord 2021-2025 vlotter heeft doen verlopen. Het bestuur heeft immers de barema's bij de Brusselse plaatselijke besturen vergeleken met die bij de Waalse en Vlaamse plaatselijke besturen, om zo de loonkloof ten nadele van de Brusselse personeelsleden te objectiveren. Op basis hiervan heeft het bestuur ook de kostprijs van de baremaverhogingen en de andere door de regering geplande maatregelen geëvalueerd.

Vervolgens zal het bestuur ook een belangrijke rol spelen bij de uitvoering van het sectorale akkoord, enerzijds via de verspreiding van de informatie en het advies bij de gemeentebesturen, en anderzijds via de controle die het uitoefent in het kader van het administratieve toezicht. Brussel Plaatselijke Besturen zal ook het beheer op zich nemen van de geplande gewestelijke subsidies om de uitvoering van het akkoord te ondersteunen.

De ordonnantie betreffende de specifieke bestuursvormen evalueren en aanpassen

Het register van gemeentelijke vzw's werd afgewerkt.

Bovendien werden twee omzendbrieven opgesteld om de toezichtregels toe te lichten en uit te leggen hoe de vzw's hun akten moeten verzenden.

Tot slot werd in 2021 van start gegaan met een evaluatie van de haalbaarheid van de toezichtregels op de vzw's, op basis van de door die vzw's bezorgde documenten.

Een nieuwe eengemaakte wetgeving betreffende de temporaliën van de erediensten opstellen

Het voorontwerp van ordonnantie werd aangepast naar aanleiding van het advies van de Raad van State, en goedgekeurd in het parlement. De inwerkingtreding van deze ordonnantie is gepland op 1 januari 2023.

Via deze tekst wordt de gemeentelijke financiering van de eredienstbeoefening ingeruild voor een gewestelijke financiering. Een generieke woordenschat maakt het ook mogelijk zich tot iedereen te richten. Daarenboven heeft het bestuur een reeks oplossingen voorgesteld die een antwoord bieden op diverse problemen inzake de financiering en de controle van het materiaal voor de eredienstbeoefening, het beheer van de gebouwen en het feit dat de overheid geen advies kon formuleren over de wenselijkheid van de uitgaven die de eredienstgemeenschappen overwogen. Daarnaast zitten er nog besluiten in de opmaakfase, onder meer het besluit betreffende de vergoeding voor de huisvesting van bedienaars van de eredienst. Bovendien is men ook begonnen aan een boekhoudplan.
Tot slot is gestart met de opmaak van een bestek met het oog op het oprichten van een platform dat het mogelijk moet maken gegevens online in te vullen.

Het plaatselijke bestuur hervormen om het gemeentelijke en gewestelijke niveau beter op elkaar af te stemmen

Brussel Plaatselijke Besturen heeft het werk voortgezet dat in 2020 was opgestart om de uitvoering te concretiseren van de vier krachtlijnen uitgestippeld door de regering voor de hervorming van het plaatselijke behoorlijke bestuur, alsook enkele andere wijzigingen van de nieuwe gemeentewet (NGW).

Zodra de perimeter van het project bepaald was en de instemming van de regering verkregen over de voorgestelde oplossingen, is het bestuur een voorontwerp van ordonnantie beginnen opstellen met als doel de volgende wijzigingen aan te brengen aan de NGW:

  • integrale decumulatie: voortaan mogen leden van het Brusselse parlement, van de kamer van volksvertegenwoordigers, van de senaat, van het Vlaamse parlement en van het Europese parlement geen burgemeester of schepen meer worden;
  • de vermindering van het aantal schepenen;
  • de loskoppeling van de wedde van burgemeesters en schepenen van die van de gemeentesecretaris (de wedde van de burgemeester wordt voortaan gekoppeld aan de parlementaire vergoeding);
  • de invoering van een uitstapvergoeding voor burgemeesters en schepenen;
  • de verhoging van het minimumbedrag van het presentiegeld voor gemeenteraadsleden.

Het voorontwerp van ordonnantie is in eerste lezing aangenomen door de regering op 1 juli 2021 en de Raad van State heeft zijn advies uitgebracht op 30 augustus 2021. Brussel Plaatselijke Besturen heeft de in het advies aanbevolen wijzigingen aangebracht en heeft de nieuwe tekst eind oktober aan het kabinet bezorgd ter goedkeuring in tweede lezing door de regering voor het eind van het jaar.

Naast het verrichte werk met betrekking tot de gemeenten is er een principenota opgesteld en ter instemming voorgelegd aan het verenigd college van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie om de nodige wijzigingen aan de organieke wet betreffende de OCMW's voor te stellen. Dit om te zorgen voor samenhang met de bepalingen die van toepassing zijn op de voorzitters van de OCMW's (decumulatie en uitstapvergoeding). Een voorontwerp van ordonnantie tot wijziging van de organieke wet betreffende de OCMW's is opgesteld en bezorgd aan het bevoegde kabinet.

Brussel Plaatselijke Besturen heeft daarnaast aan het kabinet van de minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen een ontwerpbesluit bezorgd dat de regels bepaalt voor de berekening en de praktische aspecten voor de betaling van de weddes van de burgemeesters.

Start van de Staten-Generaal

De eerste fase van de Brusselse Staten-Generaal ging van start met het definiëren van de reikwijdte van deze raadplegingsoefening, die toegespitst was op de analyse van de Brusselse institutionele structuur en waarbij institutionele actoren, burgers en door de regering aangestelde experts (bijgestaan door Brussel Plaatselijke Besturen) betrokken waren.

Er worden vier thematische pijlers beoogd: burgerschap en de werking van de instellingen, overheidsbeleid, transversale aangelegenheden en uitdagingen op lange termijn.

De procedure voor de aanduiding van een dienstverlener die de in 2022 geplande raadplegingen moet ontwerpen, organiseren en aansturen werd ook opgestart, waarbij BPB ondersteuning biedt en optreedt als tussenpersoon tussen de betrokken partijen.

De gemeenteraadsverkiezingen van 2024 organiseren

Het voorbereidende werk op wetgevend vlak wordt steeds intensiever.

Er werd immers een project voorbereid voor de samenvoeging van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek met de ordonnantie "elektronische stemming". Bovendien werd het nieuwe Brussels Gemeentelijk Kieswetboek inhoudelijk gewijzigd. Het besluit betreffende het "presentiegeld voor de leden van de stembureaus" werd door het bestuur aangepast en werd in september naar het kabinet gestuurd.

Een eerste herschrijving van de instructies voor de stembureaus werd aangevat in 2021, net als een denkoefening over de hele volmachtprocedure, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de technische evolutie.

Naast dit juridische werk werd er ook een risicoanalyse verwezenlijkt, en zijn de werkzaamheden aan de website (structuur, enz.) begonnen.

Tot slot vinden er nog steeds werkgroepvergaderingen plaats over uiteenlopende onderwerpen (techniek, logistiek, communicatie, verkiezingsuitgaven, enz.) met de entiteiten die de verschillende soorten verkiezingen organiseren.

Financiële steun

Het fiscaal compensatiefonds evalueren en versterken

Het voorstel van het bestuur werd vastgelegd in een voorontwerp van ordonnantie, waarin de verdeelsleutel werd herzien (tweede schijf). Dit voorontwerp werd op 1 juli 2021 in eerste lezing voorgelegd aan en goedgekeurd door de regering. Het bestuur heeft het advies van de Raad van State ontvangen en is begonnen met het analyseren van de opmerkingen van de Raad van State en van Brupartners.

BPB werd ook betrokken bij nieuwe dossiers in verband met de lokale en de gewestelijke fiscaliteit, die eventueel zullen worden opgenomen in het door de ordonnantie bepaalde mechanisme voor fiscale compensatie. Het gaat o.m. over de belasting op antennes in het kader van de uitrol van 5G waarvoor het bestuur een simulatiemodel heeft bezorgd waarmee de impact op de gemeentelijke ontvangsten kan worden beoordeeld.

De investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuur financieren op basis van het sportkadaster en de noden van de plaatselijke besturen

Brussel Plaatselijke Besturen beheert de gewestelijke steun aan de gemeenten voor sportinfrastructuur. Het bestuur heeft 26 buurtinfrastructuurprojecten geselecteerd (multisportruimtes, speelpleinen, enz.) die voor een bedrag van 1.771.190 euro worden gesubsidieerd.

De gemeenten kunnen bovendien een beroep doen op het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën om dit soort voorzieningen te financieren. Een totaalbedrag van 50 miljoen euro, onder bepaalde voorwaarden toegekend in de vorm van oninbare leningen voor de periode 2022-2025, zal onder de gemeenten worden verdeeld op basis van hun aandeel in de algemene dotatie aan de gemeenten.

Het gewest ondersteunt de gemeenten en hun sportclubs

De impact van de gezondheidscrisis op de plaatselijke besturen blijft de gewestelijke overheden zorgen baren. Ook de sportclubs hebben heel erg geleden onder de gevolgen van de pandemie. Ze werden verplicht hun activiteiten te beperken en zelfs stop te zetten, waardoor ze grote financiële verliezen leden en soms zelfs hun voortbestaan bedreigd zagen.

Aan Brussel Plaatselijke Besturen werd daarom het beheer van een steunmaatregel toevertrouwd (voor een totaal bedrag van 1.638.680 euro), bedoeld om de gemeenten en hun sportclubs te ondersteunen. Concreet moet deze subsidie het mogelijk maken de sporttarieven voor 2021 en de huurprijzen van de gemeentelijke sportinfrastructuur te handhaven.

De aantrekkelijkheid van de plaatselijke ambtenarij verhogen

In het Comité C hebben tot en met september gesprekken plaatsgevonden om een akkoordprotocol te bereiken tussen de verschillende partijen.

Dit protocol focust op vier aspecten:

  • verhoging van het bedrag van de maaltijdcheques met een bijdrage van het gewest;
  • tweede pensioenpijler met een bijdrage van het gewest;
  • verlenging van de geldelijke loopbaan door aan elk niveau tweejarige periodes toe te voegen;
  • loonsverhoging.

Zodra de regering het protocol goedgekeurd had, werd het meegedeeld en toegelicht aan de betrokken plaatselijke besturen (gemeenten, OCMW's, Berg van Barmhartigheid en Hoofdstuk XII-verenigingen) via een door het bestuur opgestelde omzendbrief.

De implementering van dit protocol werd aan het eind van het jaar aangevat, volgens de planning van de in de omzendbrief beschreven maatregelen.

De procedures voor de toekenning en de controle van de gewestelijke subsidies evalueren, vereenvoudigen en rationaliseren
  • Na de publicatie van het verslag over de financiële stromen begin 2021 werd nog een verslag opgesteld, namelijk over de gewone ontvangsten van de gemeenten. Dat werd midden juli van hetzelfde jaar voltooid. Het leek immers beter het oorspronkelijke verslag te beperken tot de door de regering goedgekeurde perimeter.
  • De subsidie "mobiliteit": het bestuur heeft de verwerking van de documenten verder vereenvoudigd. 
  • De subsidie “diversiteit”: de peiling die eind 2020 werd aangevat, is voortgezet en heeft geleid tot het opstellen van een evaluatienota. Die bevatte in hoofdzaak de opmerkingen van de gemeenten.
Een tewerkstellingsbeleid ontwikkelen ter vervanging van het GESCO-stelsel

Het gaat om een subsidie aan de gemeenten en de OCMW's van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest alsook aan de publiekrechtelijke vereniging De Brusselse Keukens, om de gevolgen op te vangen van de hervorming van de GESCO-maatregel (GESCO = gesubsidieerde contractuelen) binnen de plaatselijke besturen voor het boekjaar 2021.

Het besluit werd aangepast en ter advies voorgelegd aan de Inspecteur van Financiën. Het werd begin maart voorgelegd aan de regering en uitgevoerd via het toekennen van de subsidie.

Het BGHGT hervormen

De opdracht van de gewestelijke inspecteurs werd onder meer uitgebreid met gerichte advies- en begeleidingsopdrachten.

De actieradius van opdracht 5 (toekenning van leningen aan de gemeenten om een deel van hun investeringen te financieren) werd ook uitgebreid.

Naar aanleiding van de opmerkingen van de inspectie van Financiën over de aan Brinfin gedelegeerde opdracht werd een juridische analyse uitgevoerd met betrekking tot de DAEB-regels en de wetgeving inzake overheidsopdrachten.

De juridische analyse van de gedelegeerde opdracht heeft tal van incoherenties aan het licht gebracht over de rol, de verantwoordelijkheid en de onderlinge afhankelijkheid tussen de regering (BPB), Brinfin en het BGHGT.

Verslag "Handicap"

Op 2 februari 2017 werd de ordonnantie betreffende de verplichting om personen met een handicap aan te werven in de Brusselse lokale besturen aangenomen.

Een evaluatie van de invoering van deze tekst was gepland twee jaar na de publicatie van een eerste verslag, dus in 2019.

De cel die bevoegd is voor gelijke kansen en diversiteit binnen de directie Gesubsidieerde Initiatieven van Brussel Plaatselijke Besturen heeft bijgevolg de redactie van een tweede verslag gecoördineerd, dat in het voorjaar van 2021 aan het parlement werd voorgelegd. Het document, dat via deze link ingekeken kan worden, omvat een vergelijking van de verstrekte cijfergegevens voor de jaren 2018 en 2020, tal van afgeleide statistieken en een analyse van de kwalitatieve gegevens van de gemeenten.

De bevoegdheid met betrekking tot rampen beheren

De overstromingen die zich op 4 juni 2021 voordeden, werden erkend als algemene ramp. Burgers hadden tot 30 november de tijd om een aanvraag tot vergoeding in te dienen, maar het bestuur heeft geen enkele aanvraag ontvangen.

Bovendien heeft de BHR beslist een protocol te ondertekenen met de verzekeringssector opdat de slachtoffers van de overstromingen van 14 tot 16 juli 2021 die een brandverzekering "Eenvoudige Risico's" hebben volledig vergoed zouden worden.