Definitie 

De gemeente is een ondergeschikt bestuur: ze bevindt zich op een lager niveau dan de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten. De gemeente is geografisch gezien het bevoegdheidsniveau dat het dichtst bij de burger staat.

Ze is ook een autonoom bestuur, aangezien de Grondwet bepaalt dat de gemeenten autonoom zijn voor alle taken van gemeentelijk belang. Tegenover deze autonomie staat dan weer dat de gemeenten aan toezicht onderworpen zijn.

De gemeente heeft dus dagelijks een impact op de burgers die op haar grondgebied wonen en wel op twee manieren: hetzij als "tussenpersoon" voor de beslissingen die op andere bevoegdheidsniveaus worden genomen (de gemeenschappen en de gewesten, de federale Staat); hetzij als ‘autonoom plaatselijk bestuur’ dat de democratische rechten en plichten van zijn inwoners waarborgt.

 

 

Wettelijke grondslag


De rechtsgrond voor de organisatie van de gemeenten is te vinden in de artikelen 41 en 162 van de Belgische Grondwet:

  • artikel 41 bepaalt dat “De uitsluitend gemeentelijke of provinciale belangen worden door de gemeenteraden of de provincieraden geregeld volgens de beginselen bij de Grondwet vastgesteld. […]”;
  • artikel 162 bepaalt dat “De provinciale en gemeentelijke instellingen worden bij de wet geregeld.”

 

De wet verzekert de toepassing van de volgende beginselen:

  • de rechtstreekse verkiezing van de leden van de gemeenteraden;
  • de bevoegdheid van de gemeenteraden voor alles wat van gemeentelijk belang is, behoudens goedkeuring van hun akten in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald;
  • de decentralisatie van bevoegdheden naar de gemeentelijke instellingen;
  • de openbaarheid van de vergaderingen van de gemeenteraden binnen de bij de wet gestelde grenzen;
  • de openbaarheid van de begrotingen en van de rekeningen;
  • het optreden van de toezichthoudende overheid of van de federale wetgevende macht om te beletten dat de wet wordt geschonden of het algemeen belang geschaad.

 

    Wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, is de basistekst van het gemeenterecht nog steeds de Nieuwe Gemeentewet gecodificeerd bij koninklijk besluit van 24 juni 1988 en gewijzigd door meerdere wetten en vervolgens door Brusselse ordonnanties. 
     

     

    Het gemeentelijk belang

    De Grondwet en de wet geven geen wettelijke definitie van het begrip gemeentelijk belang. Er bestaat evenmin een exhaustieve wettelijke opsomming van de gemeentelijke bevoegdheden. Daaruit volgt dat alles wat niet uitdrukkelijk door een ander bevoegdheidsniveau kan worden geregeld potentieel tot de bevoegdheid van de gemeente kan behoren.
    Binnen deze perken kan de gemeente dus soeverein bepalen wat haar van gemeentelijk belang lijkt.
    Deze bijzonder soepele aanpak biedt meerdere voordelen, waaronder een organisatorische autonomie van de gemeentelijke overheid alsook de mogelijkheid voor de gemeente om zich aan te passen en te evolueren om de burgers de meest geschikte dienst te verlenen. 

     

    De gemeentelijke autonomie

    De wettelijke basis van de gemeentelijke autonomie is terug te vinden in artikelen 41 en 162 van de Belgische Grondwet.
    Dit concept van lokale autonomie is dermate fundamenteel dat de Raad van Europa op 15 oktober 1985 het Europees handvest inzake lokale autonomie heeft goedgekeurd. Dit fundamenteel beginseldocument bepaalt basisvoorschriften om van lokale autonomie een juridische realiteit te maken. 

     

    De taken 

    De verplichte taken:

    • de ordehandhaving;
    • het bijhouden van de registers van de burgerlijke stand;
    • het bijhouden van de bevolkingsregisters;
    • het beheer van de wegen;
    • het lager onderwijs;
    • de afgifte van stedenbouwkundige en milieuvergunningen;
    • de planning.

    De facultatieve taken:

    • het verkeer;
    • de huisvesting;
    • de goedkeuring van instrumenten voor planning en stedenbouw;
    • de socio-culturele activiteiten;
    • de brandveiligheid.

      De gemeenteraad

      De gemeenteraad staat in voor de wetgevende functie op gemeentelijk vlak. Ze is samengesteld uit leden die om de zes jaar tijdens de gemeenteraadsverkiezingen rechtstreeks worden verkozen. Het aantal leden varieert (van 27 tot 49, naar gelang van de bevolking). De leden, gemeenteraadsleden genoemd, stemmen over de gemeentelijke reglementen en besluiten, de begroting en de rekeningen. Zij duiden ook de schepenen aan (tussen 2 en 10, afhankelijk van het aantal inwoners), die samen met de burgemeester het college van burgemeester en schepenen vormen. De gemeenteraad kan uit haar midden en voor de duur van de zittingsperiode haar voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter verkiezen.

      Het college van burgemeester en schepenen

        

      Het college is aangeduid door de gemeenteraad en samengesteld uit de burgemeester en de schepenen (tussen 2 en 10 naargelang de grootte van de gemeente, gekozen door en uit het midden van de gemeenteraad) en staat in voor het dagelijks beheer (uitvoerende macht) van de gemeente. Het college oefent zijn bevoegdheden collectief uit. Met andere woorden, elk lid is hoofdelijk aansprakelijk voor de beslissingen en akten van het college. Indien een dossier een bijzondere voorbereiding vereist, kan het werk echter worden toevertrouwd aan een of meer schepenen die de gemeenteraadsleden uit hun midden kiezen. Volgens de nieuwe pariteitsregels die krachtens artikel 16 van de nieuwe gemeentewet (NGW) gelden,  moeten zowel mannen als vrouwen er vertegenwoordigd zijn. Daarnaast is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een regeling (artikel 279, § 1, NGW) van kracht om de aanwezigheid van zowel Franstalige als Nederlandstalige leden in het college van burgemeester en schepenen te bevorderen. De voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt ook met raadgevende stem deel aan de bijeenkomsten van het college van burgemeester en schepenen.

      De burgemeester wordt benoemd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en verricht meerdere taken in verband met de werking van de gemeente: hij zit de gemeenteraad (tenzij er een voorzitter is verkozen) en het college van burgemeester en schepenen voor, ondertekent de verordeningen, beslissingen, akten en briefwisseling van de gemeente, is ambtenaar van de burgerlijke stand en maakt deel uit van het politiecollege.

      De burgemeester staat aan het hoofd van de gemeente en vertegenwoordigt er tegelijkertijd de verschillende regeringen. In deze hoedanigheid is hij ook belast met de uitvoering van de wetten, ordonnanties, decreten en besluiten indien deze opdracht hem uitdrukkelijk is opgedragen. Hij is overigens in het bijzonder belast met de uitvoering van de politiewetten en -verordeningen (ordehandhaving en veiligheid in de gemeente). Bi een ramp of een ernstige bedreiging van de openbare orde mag hij de federale politie of het leger opvorderen indien de middelen van de lokale politie ontoereikend zijn.

      salle du conseil Woluwe-Saint-Lambert