Wordt er niet gezegd dat iedereen wordt geacht de wet te kennen?  In werkelijkheid is niets minder zeker, en met reden. De wet wordt steeds complexer, en de wetgeving inzake overheidsopdrachten vormt daarop geen uitzondering. Inderdaad, de vermenigvuldiging van normen op regionaal, nationaal en Europees niveau, het bestaan van regels ontsproten uit de Belgische en Europese rechtspraak, waarvan de verspreiding onzeker is en die niet altijd gemakkelijk te begrijpen is, en de ongelukkige opstelling van bepaalde wetteksten hebben dit adagium tot een fictie doen verworden.

Bovendien, of het nu gaat om de plaatsing of de controle van de uitvoering van hun overheidsopdrachten dienen lokale overheden zich niet te beperken tot het louter naleven van de reglementering inzake overheidsopdrachten, maar moeten ze ook rekening houden met andere wetgeving (beslissingsbevoegdheid, vertrouwelijkheid, gebruik van talen in bestuurszaken, uitdrukkelijke motivering, informatie en bekendmaking, regels specifiek verbonden aan het voorwerp van de opdracht, enz.) als zij zeker willen zijn van de wettigheid van de genoemde overheidsopdrachten en beslissingen die zij ter zake nemen. Het is een lange en moeilijke taak, en een combinatie van administratieve, juridische en technische aspecten. De openbare aankoper is zich hiervan terdege bewust, maar heeft soms moeite om dit door niet-ingewijden te laten begrijpen en aanvaarden. Daarom moeten zoveel mogelijk informatiekanalen worden ontwikkeld om de toegankelijkheid en begrijpelijkheid van de wet te waarborgen.

Zich bewust zijnde van de moeilijkheden die veel lokale overheden ondervinden met hun overheidsopdrachten heeft Bernard Clerfayt, minister bevoegd voor de lokale besturen, de directie Lokale Overheidsopdrachten gevraagd om de mogelijkheid te bestuderen om een samenvatting op te stellen over zijn belangrijkste interventies in het kader van de uitoefening van het administratief toezicht op de akten van de Brusselse gemeentes op het gebied van overheidsopdrachten. Na beraad heeft deze directie besloten het voorwerp van dit project uit te breiden met de geconstateerde problemen in de akten van de Brusselse politiezones en OCMW's op het gebied van overheidsopdrachten, om een zo groot mogelijk aantal gevallen te kunnen bestrijken en zoveel mogelijk situaties waarin blijkt dat een wettekst verkeerd is begrepen of genegeerd, te kunnen vermelden.

Het compendium dat hieruit resulteert condenseert in één enkel document de belangrijkste gebreken die werden vastgesteld en legt op didactische en pedagogische wijze de redenen uit die de toezichthoudende overheid ertoe hebben gebracht in te grijpen. De informatie die zich daarin bevindt, is geanonimiseerd en er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de akten waartegen daadwerkelijk een toezichtmaatregel is genomen (schorsing van uitvoering van een akte, vernietiging of niet-goedkeuring van een akte) en de akten waarvoor enkel een notificatie met opmerkingen werd opgesteld.

Het is een instrument dat voornamelijk bestemd is voor Brusselse lokale besluitvormers en openbare aankopers. Uit elke opgeworpen en geanalyseerde fout kan een les worden getrokken en een slechte praktijk worden gecorrigeerd. Daarom is de lijst van de tekortkomingen die de gewestelijke administratie heeft vastgesteld in de dossiers betreffende overheidsopdrachten die haar zijn of hadden moeten worden voorgelegd voor de uitoefening van administratief toezicht, vooral een gelegenheid om, op basis van een thematische indeling, de reglementering en, in sommige gevallen, de daarmee verband houdende rechtspraak, in herinnering te brengen.

 

Lees het document