Toegang tot en kwaliteit van de huisvesting

Het probleem dat vrouwen moeilijker toegang hebben tot huisvesting is niet nieuw. Vrouwen komen eigenlijk vaker in kwetsbare situaties terecht dan mannen, wat hun toegang tot huisvesting bemoeilijkt. Hun inkomen is om verschillende redenen lager dan dat van mannen:

  • Loonongelijkheid;
  • Er werken meer vrouwen in beroepssectoren die financieel minder goed beloond worden, waar er meer gedwongen deeltijds werk is en waar contracten onzeker zijn;
  • Vrouwen onderbreken vaker hun loopbaan om voor de kinderen te zorgen, wat een verlies aan inkomen met zich meebrengt alsook minder kansen om carrière te maken;
  • In de meeste eenoudergezinnen staat een vrouw aan het hoofd. Vrouwen die aan het hoofd staan van deze gezinnen moeten rondkomen met één inkomen en moeten op zoek gaan naar een woning die voldoet voor hen en hun kinderen. Om voor hun kinderen te zorgen, moeten ze vaker deeltijds werken. Dat heeft een impact op hun inkomen en dus op hun huisvestingsmogelijkheden. Tot slot worden eenoudergezinnen bijzonder gediscrimineerd op de woningmarkt. Verhuurders vrezen immers dat vrouwen de huur maar moeilijk zullen kunnen betalen en dat het moeilijk zal zijn om een alleenstaande vrouw met kinderen uit de gehuurde woning te zetten;
  • Alle bovenstaande punten hebben een impact op de loopbaan en dus op het pensioenbedrag, waarbij vrouwen gemiddeld een veel lager pensioen krijgen;
  • Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in de drie categorieën die het grootste risico lopen op onbehoorlijke huisvesting: ouderen, migranten en eenoudergezinnen.

Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in de categorie van de slechtst gehuisveste mensen in België.

Los van de toegang tot huisvesting wonen ze gemiddeld in kleinere huizen, van mindere kwaliteit, die vaker ongezond zijn en hebben ze meer te maken met water- en energiearmoede.

 

Woningarchitectuur

Genderongelijkheid is ook aanwezig in de woningen zelf: dit blijkt onder meer uit de indeling van de woonruimtes, die niet altijd rekening houdt met vrouwen en hun activiteiten in het huishouden.

Een woning wordt immers nog altijd gezien als een plaats waar men tot rust kan komen en kan ontspannen, ook al wordt er werk verricht: dit is wat we reproductief werk of zorgwerk noemen (taken die te maken hebben met de zorg voor anderen en onze omgeving).

Vrouwen blijven nog altijd meer taken uitvoeren die verband houden met de zorg voor anderen en gebruiken daardoor vaker specifieke kamers in huis. Ondanks al het reproductieve werk dat in de woning gebeurt, wordt de woning echter vooral gezien als een plek waar men tot rust kan komen en kan ontspannen.

Met deze sociale rollen, die nog steeds op de schouders van vrouwen worden gelegd, moet rekening worden gehouden bij het architecturale ontwerp van woningen.

Maar het is ook belangrijk om rekening te houden met de strategische belangen van vrouwen, door acties te ontwikkelen die gericht zijn op de individuele en collectieve emancipatie van vrouwen en door deze traditionele sociale rollen met betrekking tot huisvesting te herdefiniëren met het oog op meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

Partnergeweld

Een woning wordt vaak gezien als een veilige haven. In werkelijkheid is het echter thuis dat vrouwen het vaakst met geweld geconfronteerd.

Vrouwen die in kwetsbare omstandigheden leven, kunnen moeilijker ontsnappen aan geweld. Ze hebben maar weinig alternatieven om een andere woning te vinden. De openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s) moeten 3% van hun woningen toewijzen aan vrouwen die in opvangtehuizen voor vrouwelijke slachtoffers van geweld verblijven/hebben verbleven, maar dat is helaas niet genoeg.

Ontsnappen aan geweld is een van de belangrijkste oorzaken van dakloosheid onder vrouwen. Veel jonge meisjes belanden op straat om te ontsnappen aan geweld dat te maken heeft met hun genderidentiteit of seksuele geaardheid, of om te ontsnappen aan een gedwongen huwelijk.

Het is mogelijk om rekening te houden met het vermijden van geweld, onder meer bij het ontwerpen van woningen, maar ook door te voorzien in een bepaalde hoeveelheid noodwoningen voor korte periodes of woningen die voorbehouden zijn aan vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld.

 

Hoe kunnen we als lokale overheid rekening houden met deze verschillende kwesties?

Om deze vraag te beantwoorden, heeft Brussel Plaatselijke Besturen besloten om in 2024 met de gemeenten samen te werken aan de problematiek van genderongelijkheid in huisvesting alsook aan de slagvaardigheid van de gemeenten.

Aangezien de actie van de gemeenten op het vlak van huisvesting grotendeels wordt bepaald door de actie van het gewest, dat over veel expertise op dit gebied beschikt, bundelt Brussel Plaatselijke Besturen de krachten met equal.brussels om een gezamenlijk activiteitenprogramma samen te stellen dat zowel bedoeld is voor gewestelijke als gemeenteambtenaren.

 

Meer weten