Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 maart 2022 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering introduceert twee wijzigingen:

  • wijziging van artikel 5, 6° dat voorziet in uitzonderingen op de mogelijkheid om het toezicht op ondergeschikte besturen te delegeren. De toetreding van gemeenten tot intercommunales of andere verenigingen en de oprichting van vzw’s, gemeentebedrijven of autonome gemeentebedrijven vallen voortaan onder de bevoegdheid van de Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen. Hetzelfde geldt voor de regelgeving met betrekking tot het gebruik van gemeentelijke infrastructuur ;
  • wijziging van artikel 5, 25°: de aanvaarding van het ontslag van burgemeesters en de toekenning van eretitels aan burgemeesters zijn eveneens gedelegeerd aan de Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen. De benoeming van burgemeesters was reeds aan hem gedelegeerd.