Het koninklijk besluit van 13 augustus 2023 inzake het bestuur van overheidsopdrachten en concessies en tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren en het koninklijk besluit van 18 juni 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de speciale sectoren werd op 22 augustus 2023 in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

 

Dit besluit heeft tot doel verschillende maatregelen vast te stellen of te regelen met betrekking tot de nieuwe bestuursregels die door de wet van 8 februari 2023 zijn ingevoerd, en wijzigt de huidige regelgeving hoofdzakelijk op drie punten:

 

  • de samenstelling van het Comité inzake het bestuur van de overheidsopdrachten en concessies (artikelen 1 en 10);
  • de inhoud van de vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht (artikelen 2, 5, 6 en 9);
  • de toevoeging van gegevens aan het proces-verbaal van opening, aan de aankondiging van gegunde opdracht en aan de vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht (artikelen 3, 4, 7 en 8).

 

Voordat u verder gaat, raden wij u aan het nieuwsbericht te lezen dat op 1 maart 2023 op deze website werd gepubliceerd over de nieuwe regels over het bestuur of, indien nodig, te herlezen, om het wettelijk kader te begrijpen waarop deze wijzigingen zijn gebaseerd.

 

Het Comité inzake het bestuur van de overheidsopdrachten en concessies

 

Het Comité inzake het bestuur van de overheidsopdrachten en concessies, dat is opgericht bij artikel 163/1 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, moet het "aanspreekpunt" bijstaan bij het opstellen van het rapport inzake monitoring dat om de drie jaar naar de Europese Commissie moet worden gestuurd. Dit Comité is eveneens belast met de opmaak van een plan waarin de typevragen, bewijsstukken, beoordelingen en kwantitatieve indicatoren worden aangegeven die aangewend zullen worden ter ondersteuning van het bedoelde toezichtrapport.

 

Artikel 163/1, tweede lid, van deze wet van 17 juni 2016 bepaalt dat de samenstelling van het Comité door de Koning wordt geregeld. Dit is nu gebeurd met artikel 1 van het voornoemde koninklijk besluit van 13 augustus 2023. Het Comité zal samengesteld worden uit afgevaardigden van de federale overheidsdiensten en van andere Regeringen, diensten en overheden, zoals opgesomd in artikel 1. De Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan één persoon en één plaatsvervanger afvaardigen naar het Comité. Zij worden door de Eerste Minister benoemd.

 

De leden 3 en 4 van hetzelfde artikel 163/1 bepalen dat de Koning de werking van het Comité kan regelen en dat het secretariaat van het Comité wordt waargenomen door het "aanspreekpunt". Dit besluit regelt echter niet de werking van het Comité en wijst evenmin het voornoemde aanspreekpunt aan.

 

Op aangeven van de Raad van State heeft het koninklijk besluit van 13 augustus 2023 ook de inwerkingtreding vervroegd van het tweede lid van artikel 163/1 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, die oorspronkelijk voorzien was voor 31 december 2023. Deze bepaling moet uiteindelijk in werking treden op de tiende dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, namelijk op 1 september 2023. De datum van inwerkingtreding van de leden 1, 3 en 4 van voormeld artikel 163/1 is daarentegen niet gewijzigd en blijft vastgesteld op 31 december 2023.

 

De vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht

 

Ter herinnering: vanaf 1 september 2023 is de bekendmaking van een vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht verplicht voor opdrachten of raamovereenkomsten waarvan de geraamde waarde lager is dan de voor de Europese bekendmaking vastgestelde drempels, krachtens artikel 62, lid 2, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten. Tot nu toe werd de inhoud van deze vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht in geen enkele tekst geregeld.

 

Artikel 2 van het voornoemde koninklijk besluit van 13 augustus 2023 voegt een nieuw artikel 23/1 toe aan het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, dat als volgt luidt:

“Art. 23/1. De in artikel 62, tweede lid, van de wet bedoelde vereenvoudigde aankondigingen van gegunde opdracht bevatten de in bijlage 5/1 vermelde inlichtingen.”

 

Voor de speciale sectoren wordt een gelijkwaardige bepaling opgenomen in artikel 6 van dit koninklijk besluit, waarbij in het koninklijk besluit van 18 juni 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de speciale sectoren een nieuw artikel 27/1 wordt ingevoegd, dat nagenoeg identiek is geformuleerd en verwijst naar een nieuwe bijlage 6/1.

 

De nieuwe bijlage 5/1 voor de klassieke sectoren en het equivalent voor de speciale sectoren geven aan welke informatie in vereenvoudigde aankondigingen van gegunde opdrachten moet worden opgenomen. Deze informatie heeft betrekking op de identiteit van de aanbestedende overheid, de plaatsing van de overheidsopdracht en, tot slot, de inschrijvers en de ontvangen offertes. De volledige lijst is te vinden in de bovengenoemde bijlagen.

 

Diverse wijzigingen om een efficiënte monitoring te garanderen

 

Tot slot voert het voornoemde Koninklijk Besluit van 13 augustus 2023 verschillende wijzigingen door in zowel het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren als het Koninklijk Besluit van 18 juni 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de speciale sectoren, met het oog op het verbeteren van de doeltreffendheid van inzake monitoring van de overheidsopdrachten, met inbegrip van de meting van de kmo-participatie.

 

Bijgevolg moet het identificatienummer van de onderneming (of dat van alle deelnemende ondernemingen in het geval van een offerte die afkomstig is van een combinatie van ondernemingen, zoals een joint venture, consortium, maatschap of een andere vorm van samenwerking tussen ondernemingen) worden toegevoegd aan de lijst van minimale informatie die moet worden opgenomen in het proces-verbaal van opening van de offertes, in de aankondiging van gegunde opdracht (zie hieronder) en in de vereenvoudigde aankondiging van gegunde opdracht. Voor Belgische inschrijvers komt dit overeen met het ondernemingsnummer dat wordt toegekend bij de inschrijving bij de Kruispuntbank van Ondernemingen.

 

Voor de plaatsingsprocedures waarbij de aanbestedende overheid gebruik maakt van de elektronische communicatiemiddelen bedoeld in artikel 14, § 7, van de wet, wordt aan artikel 84 van voormeld koninklijk besluit van 18 april 2017 een nieuwe alinea toegevoegd die vereist dat de informatie vermeld in het proces-verbaal van opening bedoeld in alinea 1, 3°, van voormeld artikel 84 op gestructureerde wijze door de aanbestedende overheid wordt overgemaakt via de elektronische toepassing ter beschikking gesteld door de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning.

 

Ten slotte heeft ook de inhoud van de aankondiging van gegunde opdracht, zoals bepaald in bijlage 5 van het voornoemde koninklijk besluit van 18 april 2017 of in bijlage 6 van het koninklijk besluit van 18 juni 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de speciale sectoren, enkele wijzigingen ondergaan:

 

  • toevoeging van het identificatienummer van de onderneming of van elke deelnemende onderneming, naargelang het geval;
  • standaardisering van de tekst die vereist dat de aankondiging van gegunde opdracht de waarde van de begunstigde offerte(s) vermeld wordt, alsook de waarde van de hoogste en de laagste offerte die in aanmerking werden genomen voor de gunning van de opdracht(en). Deze informatie is in lijn met wat voorzien is in de nieuwe Europese standaardformulieren (Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1780 van de Commissie van 23 september 2019 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1986).