De Commissie voor de Overheidsopdrachten heeft onlangs een advies gepubliceerd in verband met de aankoopcentrales.
Niet alle aankoopcentrales zijn overheidsinstanties.
Alvorens een beroep te doen op een aankoopcentrale om vrijgesteld te zijn van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren in toepassing van artikel 47, § 2, 1ste lid, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, moet de aanbestedende overheid eerst controleren of deze aankoopcentrale de hoedanigheid van aanbestedende overheid bezit, zoals bepaald in artikel 2 van dezelfde wet[1].
Het is noodzakelijk dat de situatie van de aankoopcentrale niet alleen op juridisch vlak moet worden geanalyseerd (met name op basis van haar statuten, haar huishoudelijk reglement, enz.) maar ook op basis van haar feitelijke situatie (met name wat betreft de daadwerkelijke en conforme toepassing van bovengenoemde documenten).
De toekenning van de hoedanigheid van aanbestedende overheid door de databank van de Kruispuntbank van Ondernemingen of door het platform “e-Procurement” volstaat op zich niet om te besluiten dat een aankoopcentrale een aanbestedende overheid is.
Het is ook bijvoorbeeld niet voldoende dat de leden van de organen van dergelijke aankoopcentrale gewone personeelsleden van een overheidsinstantie zijn. Zij moeten door het bevoegde orgaan van de Staat, het Gewest, de Gemeenschap, de lokale overheid of de betrokken instantie worden aangewezen (zodat zij een mandaat hebben).
Daarnaast wordt aan de aanbestedende overheid aanbevolen dat zij controleert of de hoedanigheid van aanbestedende overheid van de aankoopcentrale gedurende de hele looptijd van de overheidsopdracht blijft bestaan, dus ook tijdens de uitvoering ervan.
[1] Worden beschouwd als aanbestedende overheden:
a) de Staat;
b) de Gewesten, de Gemeenschappen en de lokale overheidsinstanties;
c) de publiekrechtelijke instellingen en personen die, ongeacht hun vorm en aard, op de datum van de beslissing om tot een opdracht over te gaan:
- opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, en;
- rechtspersoonlijkheid hebben, en;
- op een van de volgende wijzen afhangen van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen, als bedoeld in onderhavig punt c):
- ofwel worden hun werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd door de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen die ressorteren onder dit punt c);
- ofwel is hun beheer onderworpen aan het toezicht van de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen die ressorteren onder dit punt c);
- ofwel zijn meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende orgaan aangewezen door de Staat, de Gewesten, de Gemeenschappen, de lokale overheidsinstanties of andere instellingen of personen die ressorteren onder dit punt c);
d) de verenigingen bestaande uit een of meer aanbestedende overheden als bedoeld in 1°, a, b of c.