Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is sinds 2002 bevoegd inzake lijkbezorging en begraafplaatsen. In dit opzicht mag de gewestelijke overheid de organieke wetgeving inzake deze domeinen wijzigen, ook door het nemen van uitvoeringsmaatregelen.

 

De ordonnantie van 29 november 2018 vloeit voort uit de herziening van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en omvat een reeks nieuwigheden en aanpassingen die enerzijds een antwoord bieden op de wens van de plaatselijke overheid om de organisatie van hun begraafplaatsen te kunnen verbeteren, en anderzijds voldoen aan de verwachtingen van de Brusselse bevolking (aangezien crematie steeds vaker de voorkeur krijgt op begraven en de burgers ook steeds vaker kiezen voor begraafplaatsen op plaatsen die dichter bij de natuur staan dan de traditionele begraafplaatsen).

Op praktisch vlak regelt de ordonnantie onder meer kwesties in verband met de aanleg en bestemmingswijziging van begraafplaatsen, en ze kaart ook de problematiek van de toegestane vormen van lijkbezorging aan.

 

cover

In toepassing van deze tekst wordt aan de gemeenten een reeks bevoegdheden toegekend, zoals het uitreiken van vergunningen voor teraardebestelling en crematie, de bewaring van de laatste wilsbeschikking, het bouwen van crematoria, de tenlasteneming van de begrafeniskosten van behoeftigen, of nog de bewaring van grafmonumenten met plaatselijk historisch belang.

In sommige gevallen waarin de wetgeving voorziet, moet het Gewest tussenbeide komen om bepaalde beslissingen van de gemeenten goed te keuren (bijvoorbeeld bij gebrek aan een bestemmingsplan bij de aanleg van een begraafplaats).