Ten gevolge van de zesde staatshervorming kreeg de Brusselse Hoofdstedelijke de uitoefening van het bijzondere goedkeuringstoezicht op de begroting van de politiezones toegewezen tegelijk met de uitoefening van het gewone goedkeuringstoezicht op de begroting van de politiezones in de hoedanigheid van gedecentraliseerde overheid, met als doel een coherente uitoefening van beide toezichten door eenzelfde overheid te verzekeren. De omzendbrief van 27 februari 2017 beoogt de bepaling van de praktische regelingen betreffende de uitoefening van het specifieke goedkeuringstoezicht op de financiële beslissingen die genomen worden door de politiezones.

De ordonnantie van 19 juli 2001 regelt het administratief toezicht (gewoon toezicht) op de politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest terwijl het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001 betrekking heeft op de overlegging aan de Regering van de akten van de overheden van de meergemeentelijke politiezones met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht.

Het specifiek toezicht (financiële aspecten) wordt geregeld door de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus  (in het bijzonder afdeling 3 "Financiën" van hoofdstuk V, "Het specifiek toezicht" — artikels 71 tot 84), maar ook door de teksten die in het kader van deze wet zijn aangenomen, zoals de ministeriële omzendbrieven PLP 

Door het Koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de politiezone leunen de boekhouding van de politiezones en die van de gemeenten zeer dicht bij elkaar aan. Om in detail in te gaan op aspecten zoals de belangrijkste begrotingsprincipes, de structuur van een begrotingsartikel, de kenmerken van een begroting of een jaarrekening, kunt u de rubriek Begrotingen en jaarrekeningen van de gemeenten raadplegen.