De basisopdracht van de leden van de directie Lokale Overheidsopdrachten houdt verband met het controleren van de aktes van de plaatselijke besturen (hoofdzakelijk de gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, meergemeentelijke politiezones, intercommunales en hun dochterondernemingen, autonome gemeentebedrijven en hun dochterondernemingen, gemeentelijke of meergemeentelijke vzw’s) op het vlak van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten, in het kader van het administratief toezicht dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie uitoefenen.

Deze controle beoogt na te gaan of de aktes in kwestie overeenstemmen met de wet en of ze het algemene belang niet schaden.

De controle kan worden uitgeoefend op alle aktes van plaatselijke besturen die onderworpen zijn aan het administratief toezicht door de regering, maar slechts bepaalde aktes moeten verplicht aan de toezichthoudende overheid bezorgd worden.

Het type uit te oefenen toezicht (algemeen of ter goedkeuring) hangt overigens af van het plaatselijke bestuur en de beslissing in kwestie.

Voornaamste regels voor het toezicht inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten.

Gemeenten

Inzake overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten is het administratief toezicht dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest uitoefent op de aktes van de gemeenten op zijn grondgebied een algemeen toezicht, geregeld door:

  • de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en
  • het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht;
  • het ministeriële besluit van 3 maart 2011 tot vaststelling van de praktische modaliteiten voor de elektronische verzending van akten van gemeenteoverheden in het kader van het administratief toezicht;
  • het ministeriële besluit van 26 juni 2019 houdende delegatie aan bepaalde ambtenaren van Brussel Plaatselijke Besturen in verband met het administratief toezicht op de gemeenten, de autonome gemeentebedrijven en hun filialen, de (meer)gemeentelijke vzw's, de intercommunales en hun filialen, de politiezones en de erkende lokale instellingen voor het beheer van de tijdelijke erediensten;
  • de omzendbrief van 24 augustus 1998 met betrekking tot de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  • de omzendbrief van 8 september 2016 over de hervorming van het administratieve toezicht. - Toepassing van de ordonnantie van 23 juni 2016 tot wijziging van de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, alsook artikel 112 van de Nieuwe Gemeentewet, en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 september 2016 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de gemeenteoverheden met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht.

Deze bevoegdheid wordt volledig uitgeoefend door de Regering, die ze heeft gedelegeerd aan de minister belast met Plaatselijke Besturen.

Met het oog op het administratief toezicht moeten bepaalde aktes en de documenten waarop ze gebaseerd zijn ambtshalve bezorgd worden. Andere moeten op een lijst met aktes staan (met een korte uiteenzetting van deze aktes) en moeten slechts in extenso bezorgd worden op vraag van de toezichthoudende overheid.

Voor de aktes die ambtshalve bezorgd moeten worden, beschikt de voornoemde minister over een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de akte om eventueel een toezichtsmaatregel te nemen als deze akte de wet overtreedt of het algemene belang schaadt, en de gemeente daarvan op de hoogte te brengen. De wetgeving voorziet in twee types maatregelen:

  • schorsing van de uitvoering van de akte;
  • vernietiging van de akte.

Bij een schorsing kan de gemeente de akte waarvan de uitvoering geschorst is ofwel intrekken, ofwel handhaven en rechtvaardigen. In dat laatste geval moet ze aan de toezichthoudende overheid de akte bezorgen waardoor ze de geschorste akte rechtvaardigt, en dit binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de ontvangst van het schorsingsbesluit, anders wordt de geschorste akte nietig. De minister beschikt vanaf deze bezorging over een nieuwe termijn van dertig dagen om zo nodig een definitieve toezichtsmaatregel (vernietiging) te nemen. Na deze termijn wordt de uitvoeringsschorsing van de akte opgeheven als er geen enkele toezichtsmaatregel genomen is.

De minister van Plaatselijke Besturen of de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen (of de ambtenaar die laatstgenoemde vervangt) kan de voornoemde twee toezichtstermijnen van dertig dagen elk één keer voor vijftien dagen verlengen, vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.

Wat de aktes betreft die op een lijst staan, moet de vraag om de akte in extenso te bezorgen binnen de twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de lijst betekend worden aan de gemeentelijke overheid. Overigens beschikt de voornoemde minister nog slechts over een termijn van twintig dagen, vanaf de dag na de ontvangst van de gevraagde akte, om een van de voornoemde maatregelen te nemen (schorsing van de uitvoering of vernietiging) en die te betekenen aan de gemeentelijke overheid.

Behalve bij uitzondering zijn de aktes waarbij het college van burgemeester en schepenen overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten toewijst, pas uitvoerbaar vanaf de dag waarop ze niet langer geschorst of vernietigd kunnen worden, of, in voorkomend geval, vanaf de dag waarop de voornoemde minister aan de gemeente laat weten dat de akte onmiddellijk uitgevoerd mag worden. Voor overheidsopdrachten met een globale waarde lager dan of gelijk aan 750.000 euro excl. btw mag de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen (of de ambtenaar die hem vervangt tijdens zijn afwezigheid) ook beslissen dat deze aktes onmiddellijk mogen worden uitgevoerd.

OCMW en Hoofdstuk XII-verenigingen

Het algemeen administratief toezicht op de beslissingen over de overheidsopdrachten van de OCMW’s en de meeste zogenoemde Hoofdstuk XII-verenigingen is een algemeen toezicht, geregeld door:

  • de bepalingen van hoofdstuk IX van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn,
  • het besluit van het Verenigd College van 13 juli 1989 houdende het reglement van zijn werking en tot regeling van de ondertekening der akten van het Verenigd College,
  • het besluit van 25 september 2014 van de leden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd voor het beleid inzake bijstand aan personen houdende delegatie van handtekening aan bepaalde ambtenaren van Brussel plaatselijke besturen.

Sinds 1 juni 2019 wordt deze bevoegdheid uitsluitend door het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie uitgeoefend, die ze heeft gedelegeerd aan twee van zijn leden belast met Sociale Actie en Gezondheidszorg , samen bevoegd voor het beleid inzake gezondheidszorg en dat inzake bijstand aan personen. Artikel 126, § 2 van de voornoemde wet bepaalt evenwel dat, als een zogenoemde Hoofdstuk XII-vereniging bestaat uit openbare centra voor maatschappelijk welzijn of andere overheden uit verschillende provincies, het toezicht uitgeoefend wordt door de overheid van de provincie waar de gemeente ligt waarin de zetel van deze vereniging gevestigd is.

Met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht moeten bepaalde aktes en de documenten waarop ze gebaseerd zijn ambtshalve bezorgd worden. Andere moeten op een lijst met aktes vermeld worden (met een korte uiteenzetting van deze aktes) en moeten enkel in extenso bezorgd worden als de toezichthoudende overheid daarom vraagt.

Voor de ambtshalve te bezorgen aktes beschikken de voornoemde leden over een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de akte om eventueel een toezichtmaatregel te nemen als deze akte de wet overtreedt of het algemene belang schaadt, en dit te melden aan het OCMW of de vereniging in kwestie. De wetgeving voorziet in twee types maatregelen:

  • schorsing van de uitvoering van de akte;
  • vernietiging van de akte.

Bij een schorsing kan het OCMW of de vereniging in kwestie de akte waarvan de uitvoering is geschorst ofwel intrekken, ofwel behouden en dit rechtvaardigen. In dat laatste geval moet het OCMW of de vereniging aan de toezichthoudende overheid de akte bezorgen die de geschorste akte rechtvaardigt binnen een termijn van veertig dagen vanaf de ontvangst van het schorsingsbesluit, zo niet wordt de geschorste akte nietig. De voornoemde leden beschikken over een nieuwe termijn van dertig dagen vanaf deze bezorging om zo nodig een definitieve toezichtsmaatregel te nemen (vernietiging). Na deze termijn wordt de schorsing van de uitvoeringsakte opgeheven als er geen toezichtsmaatregel is genomen.

Beide voornoemde termijnen van dertig dagen kunnen elk één keer verlengd worden voor vijftien dagen door de voornoemde leden van het Verenigd College, vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.

Wat de aktes op de lijst betreft, moet de vraag om een akte in extenso te bezorgen betekend worden aan de overheid van het OCMW of de vereniging in kwestie binnen een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de lijst. Overigens beschikken de leden van het Verenigd College nog slechts over een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de gevraagde akte om een van de twee voornoemde maatregelen te nemen (schorsing van de uitvoering of vernietiging) en dit te melden aan de overheid van het OCMW of de vereniging in kwestie.

Behalve bij uitzondering mogen overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten alsook concessieovereenkomsten voor werken en diensten pas gesloten worden met de inschrijver van wie de offerte is gekozen vanaf de dag waarop de aktes waarmee het OCMW of de zogenoemde Hoofdstuk XII-vereniging deze overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten toewijst niet langer geschorst of vernietigd kunnen worden, of in voorkomend geval, vanaf de dag waarop de voornoemde twee leden van het Verenigd College aan het OCMW of de vereniging in kwestie laten weten dat de akte meteen mag worden uitgevoerd.

 

Meergemeentelijke politiezones

Er bestaan drie types toezicht die uitgeoefend worden op de meergemeentelijke politiezones in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:

  • het algemeen administratief toezicht;
  • het administratief goedkeuringstoezicht;
  • het specifiek administratief toezicht;

Er bestaan overigens twee toezichthoudende overheden: de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de gouverneur.

 

Toezicht uitgeoefend door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering

Het administratief toezicht op de handelingen van de zes meergemeentelijke politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake overheidsopdrachten wordt geregeld door:

  • de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
  • de ordonnantie van 19 juli 2001 houdende regeling van het administratief toezicht op de meergemeentelijke politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  • het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2001 betreffende de overlegging aan de Regering van de akten van de overheden van de meergemeentelijke politiezones met het oog op de uitvoering van het administratief toezicht;
  • het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering;
  • het ministeriële besluit van 26 juni 2019 houdende delegatie aan bepaalde ambtenaren van Brussel Plaatselijke Besturen in verband met het administratief toezicht op de gemeenten, de autonome gemeentebedrijven en hun filialen, de (meer)gemeentelijke vzw's, de intercommunales en hun filialen, de politiezones en de erkende lokale instellingen voor het beheer van de tijdelijke erediensten.

Deze bevoegdheid wordt volledig uitgeoefend door de Regering, die ze heeft gedelegeerd aan de minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen.

Hoewel alle beslissingen van de meergemeentelijke politiezones geschorst of vernietigd kunnen worden als ze de wet overtreden en/of het algemene belang schaden, zijn er sommige die de goedkeuring van de minister van Plaatselijke Besturen vereisen alvorens ze worden uitgevoerd.

Worden onderworpen aan het goedkeuringstoezicht: de beslissingen over de keuze van de plaatsingsprocedure en de vaststelling van de voorwaarden voor overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten als de globale waarde van de opdracht hoger is dan 249.600 euro excl. btw voor leverings- en dienstenopdrachten en hoger dan 500.000 euro excl. btw voor werkenopdrachten. Er wordt evenwel in een uitzondering voorzien voor de overheidsopdrachten bedoeld in artikel 26, § 1, 1°, c) van de wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (deze bepaling stemt overeen met artikel 42, § 1, eerste lid, 1°, b) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten).

Met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht moeten bepaalde aktes en de documenten waarop ze gebaseerd zijn ambtshalve bezorgd worden. Andere moeten op een lijst met aktes staan (met een korte uiteenzetting van deze aktes) en moeten slechts in extenso bezorgd worden als de toezichthoudende overheid daarom vraagt.

Voor de ambtshalve te bezorgen aktes beschikt de voornoemde minister over een termijn van veertig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de akte om eventueel een toezichtmaatregel te nemen als deze akte de wet overtreedt of het algemene belang schaadt, en dit te melden aan de meergemeentelijke politiezone. De wetgeving voorziet in drie types maatregelen:

  • schorsing van de uitvoering van de akte;
  • vernietiging van de akte;
  • niet-goedkeuring.

Bij een schorsing kan de meergemeentelijke politiezone in kwestie de akte waarvan de uitvoering is geschorst ofwel intrekken, ofwel handhaven en dit rechtvaardigen. In dat laatste geval moet ze aan de toezichthoudende overheid de akte bezorgen die de geschorste akte rechtvaardigt binnen een termijn van veertig dagen vanaf de ontvangst van het schorsingsbesluit, zo niet wordt de geschorste akte nietig. De minister beschikt over een nieuwe termijn van veertig dagen vanaf deze bezorging om zo nodig een definitieve toezichtsmaatregel te nemen (vernietiging). Na deze termijn wordt de schorsing van de uitvoeringsakte opgeheven als er geen toezichtsmaatregel is genomen.

Voor aktes onderworpen aan het goedkeuringstoezicht kan de voornoemde minister deze termijn één keer verlengen voor een duur die maximaal even lang is als de oorspronkelijke termijn.

Wat de aktes op de lijst betreft, moet de vraag om een akte in extenso te bezorgen betekend worden aan de betrokken overheid binnen een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de lijst. Overigens beschikt de voornoemde minister nog slechts over een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de gevraagde akte om een algemene toezichtsmaatregel te nemen (schorsing van de uitvoering of vernietiging) en dit te melden aan de betrokken overheid.

Behalve bij uitzondering mogen de aktes waarbij het politiecollege overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten alsook concessieovereenkomsten voor werken en diensten toewijst, pas uitgevoerd worden vanaf de dag waarop ze niet langer geschorst of vernietigd kunnen worden, of, in voorkomend geval, vanaf de dag waarop de voornoemde minister aan de overheid van de meergemeentelijke politiezone in kwestie laat weten dat de akte meteen mag worden uitgevoerd. Voor overheidsopdrachten met een globale waarde kleiner dan of gelijk aan 750.000 euro excl. btw mag de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen (of de ambtenaar die hem bij afwezigheid vervangt) ook beslissen dat de voornoemde aktes meteen mogen worden uitgevoerd.

 

Toezicht uitgeoefend door de gouverneur en de minister van Binnenlandse Zaken

Artikelen 86 en 87 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, voeren een specifiek administratief toezicht in op de besluiten van de politieraad of het politiecollege over zowel de keuze van de plaatsingsprocedure en de vaststelling van de voorwaarden als de toewijzing van overheidsopdrachten, die geregeld wordt via wettelijke en regelgevende bepalingen met betrekking tot de lokale politie, normen inzake uitrusting (uniformen, kentekens, legitimatiekaarten en andere identificeringsmiddelen) en bewapening, organisatie en werking (artikelen 141 en 142 van de voornoemde wet).

In dit kader worden er twee types toezichtmaatregelen overwogen: schorsing van de uitvoering van de akte door de gouverneur, gevolgd door, in voorkomend geval, de vernietiging van de akte door de minister van Binnenlandse Zaken.

Anders gezegd: voor voornoemde overheidsopdrachten wordt een dubbel toezicht uitgeoefend op de aktes van de meergemeentelijke politiezones in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De samenwerkingsovereenkomst tussen de federale staat en de gewesten over de uitoefening van het specifieke toezicht ingevoerd door de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, beoogt de uitvoering van dit dubbele toezicht te organiseren, met als doel het aantal tegenstrijdige beslissingen genomen door verschillende overheden te beperken.

We verwijzen naar de website van de FOD Binnenlandse Zaken voor meer informatie hierover.

Intercommunales

Wat overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten betreft, is het administratief toezicht uitgeoefend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de aktes van de intercommunales en hun dochterondernemingen op zijn grondgebied een algemeen toezicht, dat geregeld wordt door:

  • de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten;
  • het ministeriële besluit van 26 juni 2019 houdende delegatie aan bepaalde ambtenaren van Brussel Plaatselijke Besturen in verband met het administratief toezicht op de gemeenten, de autonome gemeentebedrijven en hun filialen, de (meer)gemeentelijke vzw's, de intercommunales en hun filialen, de politiezones en de erkende lokale instellingen voor het beheer van de tijdelijke erediensten;
  • het samenwerkingsakkoord van 13 februari 2014 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de gewestgrensoverschrijdende intercommunales;
  • de gewestelijke omzendbrief van 28 november 2011 met betrekking tot de bezorging van de handelingen die onderworpen zijn aan het administratieve toezicht;
  • de gewestelijke omzendbrief van 27 september 2016 met betrekking tot de bezorging van de handelingen die onderworpen zijn aan het administratieve toezicht, ter bijwerking van de omzendbrief van 28 november 2011.

Deze bevoegdheid wordt volledig uitgeoefend door de Regering, die ze heeft gedelegeerd aan de minister belast met Plaatselijke Besturen.

Met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht moeten bepaalde aktes en de documenten waarop ze gebaseerd zijn ambtshalve bezorgd worden. Andere moeten op een lijst met aktes vermeld worden (met een korte uiteenzetting van deze aktes) en moeten enkel in extenso bezorgd worden als de toezichthoudende overheid daarom vraagt.

Voor de ambtshalve te bezorgen aktes beschikt de voornoemde minister over een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de akte om eventueel een toezichtmaatregel te nemen als deze akte de wet overtreedt of het algemene belang schaadt, en dit te melden aan de intercommunale. De wetgeving voorziet in twee types maatregelen:

  • schorsing van de uitvoering van de akte;
  • vernietiging van de akte.

Bij een schorsing kan de intercommunale de akte waarvan de uitvoering is geschorst ofwel intrekken, ofwel handhaven en dit rechtvaardigen. In dat laatste geval moet ze aan de toezichthoudende overheid de akte bezorgen die de geschorste akte rechtvaardigt binnen een termijn van veertig dagen vanaf de ontvangst van het schorsingsbesluit, zo niet wordt de geschorste akte nietig. De minister beschikt over een nieuwe termijn van dertig dagen vanaf deze bezorging om zo nodig een definitieve toezichtsmaatregel te nemen (vernietiging). Na deze termijn wordt de schorsing van de uitvoeringsakte opgeheven als er geen toezichtsmaatregel is genomen.

Beide voornoemde termijnen van dertig dagen kunnen elk één keer verlengd worden voor vijftien dagen door de minister van Plaatselijke Besturen of door de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen (of door de ambtenaar die hem vervangt), vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.

Wat de aktes op de lijst betreft, moet de vraag om een akte in extenso te bezorgen betekend worden aan de intercommunale binnen een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de lijst. Overigens beschikt de voornoemde minister nog slechts over een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de gevraagde akte om een algemene toezichtsmaatregel te nemen (schorsing van de uitvoering of vernietiging) en dit te melden aan de intercommunale.

Autonome gemeentebedrijven

Wat overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten betreft, is het administratief toezicht uitgeoefend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de aktes van autonome gemeentebedrijven en hun dochterondernemingen op zijn grondgebied een algemeen toezicht, dat geregeld wordt door:

  • de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten;
  • het ministeriële besluit van 26 juni 2019 houdende delegatie aan bepaalde ambtenaren van Brussel Plaatselijke Besturen in verband met het administratief toezicht op de gemeenten, de autonome gemeentebedrijven en hun filialen, de (meer)gemeentelijke vzw's, de intercommunales en hun filialen, de politiezones en de erkende lokale instellingen voor het beheer van de tijdelijke erediensten;
  • de gewestelijke omzendbrief van 28 november 2011 met betrekking tot de bezorging van de handelingen die onderworpen zijn aan het administratieve toezicht;
  • de gewestelijke omzendbrief van 27 september 2016 met betrekking tot de bezorging van de handelingen die onderworpen zijn aan het administratieve toezicht, ter bijwerking van de omzendbrief van 28 november 2011.

Deze bevoegdheid wordt volledig uitgeoefend door de Regering, die ze heeft gedelegeerd aan de minister belast met Plaatselijke Besturen.

Met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht moeten bepaalde aktes en de documenten waarop ze gebaseerd zijn ambtshalve bezorgd worden. Andere moeten op een lijst met aktes vermeld worden (met een korte uiteenzetting van deze aktes) en moeten enkel in extenso bezorgd worden als de toezichthoudende overheid daarom vraagt.

Voor de ambtshalve te bezorgen aktes beschikt de voornoemde minister over een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de akte om eventueel een toezichtmaatregel te nemen als deze akte de wet overtreedt of het algemene belang schaadt, en dit te melden aan het autonome gemeentebedrijf. De wetgeving voorziet in twee types maatregelen:

  • schorsing van de uitvoering van de akte;
  • vernietiging van de akte.

Bij een schorsing kan het autonome gemeentebedrijf de akte waarvan de uitvoering is geschorst ofwel intrekken, ofwel handhaven en dit rechtvaardigen. In dat laatste geval moet ze aan de toezichthoudende overheid de akte bezorgen die de geschorste akte handhaaft binnen een termijn van veertig dagen vanaf de ontvangst van het schorsingsbesluit, zo niet wordt de geschorste akte nietig. De minister beschikt over een nieuwe termijn van dertig dagen vanaf deze bezorging om zo nodig een definitieve toezichtsmaatregel te nemen (vernietiging). Na deze termijn wordt de schorsing van de uitvoeringsakte opgeheven als er geen toezichtsmaatregel is genomen.

Beide voornoemde termijnen van dertig dagen kunnen elk één keer verlengd worden voor vijftien dagen door de minister van Plaatselijke Besturen of door de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen (of door de ambtenaar die hem vervangt), vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.

Behalve bij uitzondering mogen de aktes waarbij het autonome gemeentebedrijf overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten alsook concessieovereenkomsten voor werken en diensten toewijst, pas uitgevoerd worden vanaf de dag waarop ze niet langer geschorst of vernietigd kunnen worden, of, in voorkomend geval, vanaf de dag waarop de voornoemde minister aan de overheid van het autonome gemeentebedrijf in kwestie laat weten dat de akte meteen mag worden uitgevoerd. Voor overheidsopdrachten met een globale waarde kleiner dan of gelijk aan 750.000 euro excl. btw mag de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen (of de ambtenaar die hem bij afwezigheid vervangt) ook beslissen dat de voornoemde aktes meteen mogen worden uitgevoerd.

Wat de aktes op de lijst betreft, moet de vraag om een akte in extenso te bezorgen betekend worden aan het autonome gemeentebedrijf binnen een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de lijst. Overigens beschikt de voornoemde minister nog slechts over een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de gevraagde akte om een algemene toezichtsmaatregel te nemen (schorsing van de uitvoering of vernietiging) en dit te melden aan het autonome gemeentebedrijf.

(Meer)gemeentelijke vzw’s

Wat overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten betreft, wordt het administratief toezicht uitgeoefend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op de aktes van (meer)gemeentelijke vzw’s en hun dochterondernemingen op zijn grondgebied geregeld door:

  • de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten;
  •  het ministeriële besluit van 26 juni 2019 houdende delegatie aan bepaalde ambtenaren van Brussel Plaatselijke Besturen in verband met het administratief toezicht op de gemeenten, de autonome gemeentebedrijven en hun filialen, de (meer)gemeentelijke vzw's, de intercommunales en hun filialen, de politiezones en de erkende lokale instellingen voor het beheer van de tijdelijke erediensten;

Deze bevoegdheid wordt volledig uitgeoefend door de Regering, die ze heeft gedelegeerd aan de minister belast met Plaatselijke Besturen.

Met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht moeten bepaalde aktes en de documenten waarop ze gebaseerd zijn ambtshalve bezorgd worden. Andere moeten op een lijst met aktes vermeld worden (met een korte uiteenzetting van deze aktes) en moeten enkel in extenso bezorgd worden als de toezichthoudende overheid daarom vraagt.

Voor de ambtshalve te bezorgen aktes beschikt de voornoemde minister over een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de akte om eventueel een toezichtmaatregel te nemen als deze akte de wet overtreedt of het algemene belang schaadt, en dit te melden aan de (meer)gemeentelijke vzw. De wetgeving voorziet in twee types maatregelen: 

  • schorsing van de uitvoering van de akte;
  • vernietiging van de akte.

Bij een schorsing kan het autonome gemeentebedrijf de akte waarvan de uitvoering is geschorst ofwel intrekken, ofwel handhaven en dit rechtvaardigen. In dat laatste geval moet ze aan de toezichthoudende overheid de akte bezorgen die de geschorste akte verantwoordt binnen een termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst van het schorsingsbesluit, zo niet wordt de geschorste akte nietig. De minister beschikt over een nieuwe termijn van dertig dagen vanaf deze bezorging om zo nodig een definitieve toezichtsmaatregel te nemen (vernietiging). Na deze termijn wordt de schorsing van de uitvoeringsakte opgeheven als er geen toezichtsmaatregel is genomen.

Beide voornoemde toezichtstermijnen van dertig dagen kunnen elk één keer verlengd worden voor vijftien dagen door de minister van Plaatselijke Besturen of door de directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen (of door de ambtenaar die hem vervangt), vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn.

Wat de aktes op de lijst betreft, moet de vraag om een akte in extenso te bezorgen betekend worden aan de (meer)gemeentelijke vzw binnen een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de lijst. Overigens beschikt de voornoemde minister nog slechts over een termijn van twintig dagen vanaf de dag na de ontvangst van de gevraagde akte om een algemene toezichtsmaatregel te nemen (schorsing van de uitvoering of vernietiging) en dit te melden aan de (meer)gemeentelijke vzw.