In 2024 werd BPB geconfronteerd met belangrijke financiële moeilijkheden. Ondanks deze beperkingen is het erin geslaagd om zijn administratieve opdrachten te blijven uitvoeren en om de verwachte dienstverlening te waarborgen. Dit verslag belicht de belangrijkste uitdagingen en de genomen maatregelen om die aan te pakken.
2024: een overgangsjaar met uitdagingen
Ons personeel
Er is een moratorium op personeelsbewegingen ingevoerd vanaf 1 december 2023, dat heel 2024 bleef gelden. Dat betekent dat er zeer weinig mensen van buitenaf werden aangeworven en dat vervangingen voor mensen die waren vertrokken, onder andere met pensioen, niet werden gegarandeerd. Onze opdrachten moesten dus worden uitgevoerd door het personeel waarover ons bestuur al beschikte.
Financiële middelen
Begin 2024 werd er besloten om bewarende maatregelen te nemen. Dat betekent dat de kredieten voor de helft geblokkeerd werden tot in september. Dat moest de nieuwe regering in staat stellen om de nodige begrotingsbeslissingen te nemen. Die maatregelen hebben vooral tot een extra werklast geleid voor ons bestuur. Bovendien is er beslist geweest om besparingsmaatregelen te nemen toen de begroting werd opgesteld.
IT-middelen
Een van de gebieden die hard is getroffen door deze bezuinigingen is het IT-aspect. Bepaalde IT-projecten moesten immers vertraagd of zelfs stopgezet worden wegens geldgebrek. We denken in het bijzonder aan het project Financiële Vooruitzichten, dat moest leiden tot de ontwikkeling van een simulator voor het maken van begrotingsramingen. Hoewel er al veel voorbereidend werk was gedaan, kon de overheidsopdracht uiteindelijk niet worden uitgeschreven. Hetzelfde gold voor de ontwikkeling van een onlineplatform waarmee rekeningen en begrotingen, het register van instellingen en de toekenning van huisvestingsvergoedingen aan vergoedingen aan de bedienaars van de eredienst, gingen worden beheerd.
Ondanks de budgettaire beperkingen probeert het bestuur optimaal te voldoen aan de behoefte aan IT- en gegevensbeheer.
Tot slot was 2024 een dubbel verkiezingsjaar. De eerste verkiezingen waren de gewestelijke, die plaatsvonden op 9 juni. Die hebben een impact gehad op de verwezenlijking van een deel van onze opdrachten. Veel projecten worden immers uitgevoerd in nauwe samenwerking met het kabinet van de minister van Plaatselijke Besturen. Een taak die wordt voortgezet hoewel er een regering in lopende zaken is, is het administratieve toezicht dat vier van onze directies uitoefenen op de plaatselijke besturen.
De twee opdrachten met betrekking tot de wetgeving en de financiering van overheidsbeleid via projectoproepen en facultatieve subsidies zijn daarentegen aanzienlijk vertraagd doordat de regeerperiode is afgelopen en omdat een nieuwe regering uitblijft.
De tweede verkiezingen vonden plaats op 13 oktober en betroffen de gemeenten en OCMW’s. Brussel Plaatselijke Besturen was betrokken bij de organisatie van deze verkiezingen. Dit evenement is het hoogtepunt van vele jaren werk, dat dit jaar in een stroomversnelling kwam. Het bestuur heeft dan ook een centrale rol in deze opdracht. BPB ziet er sinds 2001 op toe dat de gemeenteraadsverkiezingen goed verlopen [ontdek meer over de rol van het Brussels Gewest in de verkiezingsorganisatie].
Ondanks een soms complexe context en veranderende prioriteiten blijft Brussel Plaatselijke Besturen consequent haar fundamentele opdrachten uitvoeren ten dienste van de Brusselse lokale instellingen.
Elk jaar ziet de administratie erop toe dat ze haar essentiële taken, namelijk toezicht houden, het wettelijk kader uitvoeren en expertise delen, uitvoert, om de wettelijkheid, transparantie en kwaliteit van lokaal bestuur te waarborgen.
Deze kernopdrachten vormen de basis van onze werking. Ze getuigen van de continuïteit van de openbare dienstverlening die wij aan de gemeenten, OCMW’s en politiezones leveren.
